misch ingewonnen Risicogestuurd meten is een mogelijke oplos sing om de kwaliteit aantoonbaar te maken 2019-1 I Geo-Info 39 Figuur 2 - Dynamisch laserscannen. het eindproduct. "Wij rijden heen en weer en het ligt binnen 1 cm, dus we meten op 1 cm nauwkeurig" (niet rekening houdend met stelselmatige fouten). Over idealisatienauw- keurigheden werd al helemaal niet gesproken. Het kaf van het koren scheiden Het produceren van een puntenwolk, vanuit luchtfoto's genomen vanuit een drone of vliegtuig, is een zeer complex proces. Het prin cipe van dense matching is dat de software overeenkomstige pixels zoekt op verschillende foto's en hieruit 3D-coördinaten berekent dan wel interpoleert. In de traditionele fotogrammetrie werkten we met paspunten voor de absolute aansluitingen en werd op de foto's (handmatig) gezocht naar inpaspunten. Per foto werden dan de inwen dige en uitwendige oriëntering berekend. Hier mee kon, wederom door handmatig aanwijzen van objecten in twee foto's, een 3D-coördinaat berekend worden. Met dense matching gebeurt in principe hetzelfde maar dan volle dig geautomatiseerd. Belangrijk is hier de mate van contrast, vorm van objecten, belichting, overlap van de foto's, scherptediepte, lensver vormingen etc. Al deze aspecten bepalen de relatieve nauwkeurigheid. Voor de absolute nauwkeurigheid zijn voldoende en kwalitatieve paspunten noodzakelijk. Figuur 1 geeft een mooi voorbeeld. Op het overzicht ziet alles er strak uit, maar als we naar de details kijken, blijkt dat wij niet in staat om van het asfalt een DTM te maken dat aan de eisen van RWS voldoet. Het wegdek is 'hob belig'. Het kan best zijn dat de foto's inclusief paspunten aan de eisen voldoen, maar dat de relatieve nauwkeurigheid te slecht is. Met name het laatste wordt nergens beschre ven of gerapporteerd. De rapporten blijven beperkt tot de afwijkingen ten opzichte van de paspunten (de absolute nauwkeurigheid). De zwakste schakel De voordelen van dynamisch laserscannen ten opzichte van fotogrammetrie met drones is dat de scanner een zeer hoge relatieve nauwkeurigheid heeft en niet afhankelijk is van contrast en ingewikkelde rekenprocessen. Een mobiele laserscanner bestaat uit één of meerdere scankoppen en een GNSS/INS navigatiesysteem, eventueel aangevuld met een sensor die de wielrotatie meet (odometer). Deze sensoren moeten op elkaar ingeregeld en gekalibreerd zijn om de hoge nauwkeurig heden te halen. Stel: de wens is een nauwkeu righeid van 1 cm met een meetsnelheid van 72 km/h. Dat betekent dat de timing beter moet zijn dan 0,0005 seconden! Het GNSS-systeem meet 1 tot 10 keer per seconde de absolute positie, het INS-gedeelte bepaalt de verplaatsing daartussen en de oriëntatie van het gehele systeem met een frequentie van vaak 200 Hz en vult aan als er over een bepaalde afstand slecht of geen GNSS-signaal ontvangen wordt. Uit alle gege vens wordt middels complexe software met Kalman-filters de baan van het meetsysteem berekend. Daarnaast vinden vaak meerdere opnames van hetzelfde gebied plaats, deze opnames worden onderling vereffend. Black Box De verwerking van de GNSS/INS-gegevens is in de meeste gevallen een black box. De rap portages van de kwaliteit uit de software zijn pagina's vol met getallen en moeilijk te analyseren. De meting is niet of nauwelijks gecontroleerd, de kwaliteitscijfers resulteren onder andere uit de insnijdingsgeometrie van de GNSS-signalen en houden geen rekening met effecten als multipath. Het handmatig tunen van de berekening zou kunnen helpen, al zijn dit soort keuzes weggelegd voor de experts. De fabrikanten van GNSS/INS-software hebben een groot spectrum aan klanten en zullen hun software om die reden niet al te ingewikkeld maken. Het eindresultaat is dan ook minder te beïnvloeden. Zo komt bijv. de PosPac-software van Applanix uit de vliegtuigwereld en kent daarom geen stilstand van het systeem, ook al zegt de odometer dat de auto of trein stilstaat, wat tot drift van de positie leidt. Handmatig ingrijpen is niet mogelijk. De kwaliteit van het eindproduct wordt bepaald door de som van alle componenten van het systeem. Zit in de keten een zwakke schakel, dan zal het eind product ook van mindere kwaliteit zijn. De grootste hamvraag in het gehele proces van dynamisch laserscannen is: Wat gebeurt er tussen de paspunten? Hoe gedraagt het

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2019 | | pagina 41