De ontwikkeling van een i
standaard hittekaart voor
Promotieonderzoek
De PET-kaart maakt een
risicodialoog mogelijk
over hittebestendigheid
Hoe iemand hitte beleeft, wordt
steeds minder persoonlijk.
Het Deltaprogramma Ruimtelijke
Adaptatie heeft een standaardrecept
laten maken om de PET, de
Physiological Equivalent Temperature,
uit te rekenen. Die houdt rekening
met de warmtebalans van een
gemiddeld persoon én met zon,
wind, luchtvochtigheid, bebouwing
en vegetatie. Dat recept is toegepast
op de stad Wageningen en is in kaart
gebracht. Een interessant kaartbeeld
dat toont waar de minste hitte in de
stad is bij warm weer.
24
Geo-Info I 2019-2
Door Sytse Koopmans
Het klimaat verandert en steden groeien
snel. De KNMI-klimaatscenario's geven aan
dat hittegolven in de toekomst vaker zullen
voorkomen, met alle nadelige gevolgen voor
de menselijke gezondheid, arbeidsproductivi
teit en kritieke infrastructuur. Alle overheden
(gemeentes, provincies en waterschappen)
in Nederland moeten de komende twee jaar
een klimaatstresstest uitvoeren. Hierin wordt
hittestress een belangrijk onderdeel, naast
neerslag, overstroming en droogte. Hitte kaar
ten zijn hierbij een cruciaal gereedschap.
Warmtebalans
Op dit moment zijn er veel verschillende
hittekaarten in omloop, gebaseerd op verschil
lende indicatoren. Sommige kaarten geven
het aantal tropische nachten (minimumtempe
ratuur >20 °C) weer, andere tonen oppervlak-
tetemperaturen en zijn gebaseerd op remote
sensing. Om de stresstest te faciliteren, heeft
het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie
gevraagd een standaard recept voor een hit
tekaart te introduceren. Een breed consortium
heeft voorgesteld om hittekaarten te produ
ceren op basis van de Physiological Equivalent
Temperature (PET), een gevoelstemperatuur
die rekening houdt met de warmtebalans
van een gemiddeld persoon bij verschillende
weersomstandigheden. Wind zorgt er bijvoor
beeld voor dat warmte veel beter afgevoerd
kan worden, waardoor de gevoelstemperatuur
daalt. Andersom veroorzaken zon en/of een
hoge luchtvochtigheid een verhoging van de
gevoelstemperatuur.
Om de lokale omstandigheden (zoals scha
duw en wind) zo goed mogelijk te represente
ren en om maatwerk te kunnen leveren, is de
kaart ontwikkeld op een i-m resolutie. De stad
Wageningen is hierbij als testbed gebruikt,
waarvoor waarnemingen ter validatie beschik
baar zijn. Dit heeft geresulteerd in een 'stan
daard hittekaart voor overdag' (tussen 12:00
en 18:00 lokale zomertijd) voor een 1:1000 hit-
tedag over het zomerhalfjaar april-september,
op basis van een GIS-benadering.
Berekenen PET-kaart
De PET wordt berekend met verschillende
meteorologische variabelen, met de skyview
factor (fractie hemelgewelf zichtbaar vanaf de
grond) en met een empirische benaderings
formule. Deze benaderingsformule is afgeleid
op basis van berekeningen met een geavan
ceerd 3D-warmtebalansmodel voor de mens,
welke is toegepast op een aantal typische
3D-straatconfiguraties.
Om de wind, straling en luchttemperatuur op
een specifiek punt in de stad uit te kunnen
rekenen, gebruiken we waarnemingen op
het nabijgelegen KNMI-weerstation op het
platteland en geografische datasets (zie tabel
1). Informatie over gebouwen (uit AHN en
landgebruik) en bomen (bomenbestand)
worden gebruikt om de terreinruwheid van de
stad, en daarmee de windreductie, te bepalen.
Voor zonnestraling is er een schaduwkaart
nodig die berekend wordt met behulp van
de AHN. De luchttemperatuur tenslotte heeft
relatief veel geografische data nodig. De lucht
temperatuur is in de stad vaak hoger door het
zogenaamde stedelijk warmte-eiland-effect.
Dit effect wordt hoofdzakelijk veroorzaakt
door verminderde verdamping in de stad
en zonne- en warmtestraling blijven meer
ingevangen in een stedelijke omgeving door
de lagere skyview factor. Ook zorgt de grotere
warmtecapaciteit van de urbane omgeving
dat er een dagelijkse gang ontstaat in het
stedelijke warmte-eiland. Deze fenomenen
worden, naast het gebruik van de skyview
factor, meegenomen door de vegetatiefractie
te berekenen uit luchtfoto's met nabij infra-
roodkanaal (NDVI) en landgebruik.