2ie-eeuwse
geo-vaardigheden
Column
Geo-Info I 2019-2
Op 14 december 2018 vierden we in Wageningen het
15-jarige bestaan van de master Geo-informatiekunde.
Een mooie bijeenkomst met veel oud-studenten. Het is zeer
inspirerend om te zien hoe studenten van vroeger nu mooie
posities in het geo-werkveld innemen. Het programma van de
dag bestond uit een mix van lezingen, discussies, excursies en
een sociaal programma met als hoogtepunt het optreden van
de band. Eén van de discussies ging over '21st century skills' en
de relatie met het geo-informatiekundige onderwijs.
Het onderwerp '21st century skills' of '21e-eeuwse vaardig
heden' is populair in onderwijsland. Het betreft een brede
discussie over vaardigheden die we in onze eeuw nodig
zouden moeten hebben om goed te kunnen functioneren.
De OESO (Organisatie voor Economische Samenwerk en
Ontwikkeling) pleitte al in 2001 in het rapport 'Knowledge and
skills for life' dat scholen meer zouden moeten inzetten op
generieke vaardigheden zoals creativiteit en probleemoplos
send vermogen.
Ook in het rapport 'Hoe leren wij in de toekomst?' van de
Sociaal-Economische Raad (SER) uit 2015 wordt sterk ingezet
op algemene vaardigheden. Inmiddels heeft de discus
sie over de invoering van deze 21e-eeuwse vaardigheden
het karakter van een hype aangenomen en zijn het vooral
onderwijsbeleidsmakers en consultants die er rotsvast van
overtuigd zijn dat het toekomstige leren zich vooral op deze
vaardigheden dient te richten. Om welke vaardigheden gaat
het? Hier bestaat geen consensus over. Als je de literatuur en
het internet erop naslaat dan tref je een grote diversiteit van
vaardigheden aan die allemaal onder noemer van '21st century
skills' te vangen zijn.
Persoonlijk spreekt mij de indeling van Christoffels Baay
(2016) het meeste aan. Ze hebben wat orde in diversiteit aan
vaardigheden aangebracht door op het hoogste niveau een
onderscheid te maken in (1) digitale, (2) denk,
(3) interpersoonlijke, en (4) intrapersoonlijke vaardigheden.
Onder deze hoofdgroepen zijn vervolgens weer specifieke
vaardigheden ondergebracht. Zo behoren bijvoorbeeld
kritisch denken, probleemoplossend vermogen en creativiteit
tot de groep van denkvaardigheden. Tot de intrapersoon
lijke vaardigheden worden onder andere ondernemen en
zelfreflectie gerekend.
Een kritische reflectie op de '21st century skills' is van
belang voor de verdere ontwikkeling van onze geo-curricula
op zowel MBO-, HBO- en WO-niveau. Temeer daar deze
vaardigheden een belangrijke rol spelen in de formulering van
het landelijke onderwijsbeleid.
Mijn eerste punt van kritiek is dat vrijwel alle voorgestelde
vaardigheden helemaal niet nieuw zijn. Kritisch denken,
creativiteit, samenwerking, zelfreflectie, enzovoort waren
altijd al vaardigheden die we de studenten in het onderwijs
wilden bijbrengen. Met een beetje goede wil zou je digitale
vaardigheden nog nieuw kunnen noemen, maar dat speelt
niet voor ons vakgebied waarin het digitaal bewerken en ana
lyseren van gegevens een kernactiviteit is. Een oud-student
zei het tijdens de viering van 15 jaar geo-informatiekunde in
Wageningen heel treffend: "De 21st century skills zijn ook de
1st century skills."
Mijn tweede punt van kritiek is dat '21st century skills'
zich uitsluitend richten op vaardigheden. Kennis en attitude
worden helemaal niet genoemd. Dat is naar mijn mening
een grote omissie. Het drieluik kennis-vaardigheden-attitude
vormen al jaren een zeer gewaarde drie-eenheid in onder
wijsland. Als gevolg van de opkomst van de digitalisering
heeft het idee bij sommigen postgevat dat je kennis wel kunt
opzoeken. Dat is niet het geval. Feiten kun je opzoeken, kennis
verkrijg je door te studeren en je intensief met het onderwerp
bezig te houden. Daarnaast zijn kennis en vaardigheden
zeer lastig te scheiden. Het aanleren van vaardigheden gaat
sneller en is ook leuker als er een relatie is met de kennis van
het eigen vakgebied. De attitude van een student is ook
erg belangrijk bij het opdoen van kennis en vaardigheden.
Attitudes zoals nieuwsgierigheid, belangstelling en motivatie
zijn essentieel voor het leerproces. Deze zijn niet eenvoudig
aan te leren, maar een goede docent kan deze met enthousi
asme voor zijn vakgebied en goede feedback wel stimuleren.
Kortom, met de focus op alleen vaardigheden missen we de
zeker zo belangrijke onderdelen kennis en attitude.
Zijn er ook positieve aspecten te melden aan de discussie
over de '21st century skills'? Die zijn er zeker! Allereerst is het
goed dat er systematisch wordt nagedacht over de vaardighe
den die we de komende decennia nodig denken te hebben
om in de samenleving te kunnen functioneren. Daarnaast is
het ook positief dat de vaardigheden op alle niveaus van het
onderwijs een rol spelen: van lagere school tot universiteit.
Dit maakt de ontwikkeling van een doorlopende leerlijnen
mogelijk.
De discussie over '21st century skills' is voor de geo-infor-
matiekundige opleidingen in Nederland zeker zinvol, maar
dient niet alleen over vaardigheden te gaan. Het gaat om de
interactie tussen kennis, vaardigheden en attitude. Daar kun
nen we niet genoeg over discussiëren.
Arnold Bregt
Hoogleraar Geo-informatiekunde bij Wageningen University.
arnold.bregt@wur.nl