Beeldmateriaal en
mutatiesignalering
y« nIliII11|
5 i i s s
Mutatiesignalen kunnen
de gebruikswaarde van
geodata sterk vergroten
In dit tweede artikel over de
workflow in geodatabijhouding
mét mutatiesignalering gaan we in
op het gebruik van beeldmateriaal.
Satellietbeelden vormen daarbij
een nieuwe databron en eentje
die niet meer verdwijnt. Wat is
de betekenis daarvan voor de
workflow?
too
4
Geo-Info I 2019-2
Door Rob Beck
300
200
W
Data-infrastructuur
Om geodata bij te houden met beeldmateriaal
dient het wel min of meer structureel te worden
ingewonnen en tegen een billijke prijs ingekocht
te kunnen worden. Als er een probleem is, moet
de afnemer zijn beklag kunnen doen en/of een
alternatief kunnen vinden. Als aan deze voorwaar
den is voldaan, kun je spreken van infrastructuur.
Voor het openbaar vervoer passen we deze criteria
immers ook toe. Het goede nieuws is dat deze
infrastructuur in Nederland nu sinds een aantal
jaren bestaat. Natuurlijk gaat er van alles mis, maar
er zijn tenminste tweemaal per jaar (en doorgaans
vaker) verticale luchtfoto's van ieder stukje Neder
land. Daarnaast zijn er meerdere leveranciers met
obliekbeelden en natuurlijk de panoramafoto's en
laserscans vanaf een auto of een boot.
Satellietopnamen
Een nieuw element in deze infrastructuur zijn de
satellietopnamen. Er is een enorme stijging in
het aantal aardobservatiesatellieten (zie figuur 1).
Het belangrijkste daarvan is dat de leverzekerheid
van de opnamen enorm vergroot is. Van wolken-
vrije plekken wordt tenminste één opname per
dag gemaakt met een pixelgrootte op de grond
van minimaal 3*3 meter. De meest gedetailleerde
satellietopnamen op dit moment hebben een
pixelgrootte van 40*40 cm op de grond en in
r I I I
W V* w
O O S S 5 C
Cf Mi 1^.
5 m yy ys si
Figuur 1 - Het aantal per jaar gelanceerde aardobservatiesatellieten (bron: UCS satellitedatabase dec. 2018).
2020/2021 jaar daalt dat tot 30*30 cm. In het Neder
landse satellietdataportaal biedt het Spaceoffice
'Open satellietdata' aan met een pixelgrootte van
50*50 cm. Die worden dit jaar tenminste zes keer
opgenomen. Overigens is er veel meer satellietdata
(ook radar) beschikbaar als open data of commerci
eel. De commerciële data is met name van belang
voor inventarisaties direct na een incident als een
brand of een hagelstorm.
Kan je alle mutaties opsporen? Het antwoord is ja.
Met de in Nederland beschikbare infrastructuur
voor beeldmateriaal zijn 100 procent van de aan
het oppervlak optredende veranderingen met
een omvang van enkele vierkante meters waar te
nemen. Dat geldt ook voor veranderingen in veel
kleinere inrichtende elementen als verkeersborden,
bomen, straatmeubilair, enzovoort. Natuurlijk heeft
iedere databron haar eigen eigenschappen en
kwaliteiten. Om te weten of een overkapping een
carport of een garage is, is het gewenst dat niet
alleen verticale luchtfoto's, maar ook obliek materiaal
gebruikt wordt of eventueel panoramafoto's. Op een
satellietfoto blijven de kleinste mutaties onzichtbaar.
Het meest ingeburgerde beeldmateriaal is de
verticale stereoluchtfoto met een pixelgrootte van
7,5 tot 10 cm op de grond. Dit materiaal is niet alleen
van waarde in de signalering van mutaties, maar ook
voor de fotogrammetrische inwinning van belijning
ten behoeve van basisregistraties als BAG, BGT en
BRT. Satellietdata hebben het voordeel dat de data
binnen enkele uren tot enkele dagen na opname
beschikbaar zijn. Doordat de opnamen zich goed
lenen voor automatische verwerking is de informa
tie-inhoud ook snel ontsluitbaar.
Actualiteit
In de praktijk van dit moment wordt slechts een
klein deel van de fysieke veranderingen (een omge
hakte boom, een nieuwe rotonde) binnen één jaar