'Just give us a city
and put us in charge'
THEMA
Column
2019-3 I Geo-Info
Deze boude uitspraak is afkomstig van Larry Page, oprichter
van Google, gedaan in de periode dat het concept 'smart city' post
begon te vatten, zo rond 2010. De context van deze uitspraak was
iets minder boud: het was onderdeel van een brainstorm waarbij
Google, net als de andere IT-reuzen destijds, droomde over een toe
komst waarin ze hun technische kennis zouden kunnen toepassen
op steden. De term 'smart city' werd geboren, zonder dat iemand
precies wist wat het was.
Misschien is het u ontgaan, maar zo'n 7 jaar later, eind 2017
kreeg het bedrijf Sidewalk Labs de opdracht om een nieuwe wijk
in Toronto, Quayside, te ontwikkelen: the world's first neighbour
hood built from the internet up. Met zelfsturende auto's, taxibots,
modulaire woningen en een ondergronds netwerk voor goede
renvervoer waarin daarin voorzien. Het werd gepresenteerd als
werelds meest ambitieuze smart city ter wereld. Deze integratie van
technologische innovatie en stedelijke planning is pas de opmaat
en aanjager van de ontwikkeling van een veel ambitieuzer plan aan
de kade van Toronto en omvat straks 800 hectare en biedt ruimte
aan 40.000 inwoners en evenzoveel mensen die er gaan werken.
Tot zover niet extreem spannend, maar dit verhaal krijgt een
andere lading als we bedenken dat Sidewalk Labs een zusje is van
Google, onderdeel van Alphabet. Google heeft hiermee uitzicht
op de gedroomde 'eigen' stad en kan serieus gaan werken aan 'het
besturingssysteem' en kan nieuwe businessmodellen ontwikkelen.
Zo kunnen burgers worden beloond in ruil voor gebruik van de data
in hun huizen. Denk hierbij aan data van slimme meters (energie) en
slimme koelkasten tot aan data over het gedrag van de bewoners
(bewegen, slapen, eten). Huizen zouden daarmee zomaar de
nieuwe 'hardware' van Google kunnen worden. In de geborgenheid
van hun eigen omgeving kunnen bewoners immers zelf de keuze
maken om gegevens al dan niet (en tegen welke voorwaarden) ter
beschikking te stellen, waarmee impliciet wordt voldaan aan de
privacywetgeving.
Ger Baron, de CTO van de stad Amsterdam, stelde in een
interview in 2016 - dus nog voor de prestigieuze gunning van het
Quayside-project: 'We worden nog niet weggeconcurreerd, maar
Google investeert in z'n labs met het idee dat ze beter overheid kun
nen spelen dan de overheid zelf.' Hij geeft een voorbeeld dat we al
zeer vanzelfsprekend vinden: 'Verkeersmanagement was een over
heidstaak, maar Google vult op dat vlak een deel van de gemeente
lijke taken in. 'Wie maakt er geen gebruik van het routeringsadvies
van Google Maps? Intussen lijkt het Quayside-project overigens in
een impasse te geraken, omdat burgers in verzet komen tegen deze
praktijken. Het is ongewis waar het naar toe zal gaan.
In Nederland wordt een vergelijkbaar project gestart, met
mogelijk nog grotere ambities: in Helmond, onder de rook van
Brainport Eindhoven, gaat in opdracht van Brainport Smart District
de slimste wijk ter wereld herrijzen. Het grote verschil met Quayside
is echter dat de data van de wijkbewoners zelf is. Data zijn hun eigen
'handel'. Ze worden ervoor beloond.
De wijk, Brandevoort II, is geheel circulair: energieneutraal,
water wordt hergebruikt, voedsel komt uit eigen tuin, en de wijk
is autovrij door gebruik te maken van deelauto's die zichzelf op
afstand parkeren. Daarnaast is er veel aandacht voor sociale cohesie,
maar vooral ook voor ICT en data. In de openbare ruimte worden
data verzameld door een netwerk van zogenaamde 'sensorhotels'.
En er zijn ook ideeën om de samenstelling van de afvalstromen in
het riool te meten om vervolgens uitspraken te kunnen doen over
bijvoorbeeld de gezondheid van de wijkbewoners. Dit zijn slechts
enkele voorbeelden.
Middels deze sensoriek wordt de gehele wijk tot in detail in
kaart wordt gebracht. Naast de fysieke wijk ontstaat er zo een virtu
ele 'digital twin' als basis om de wijk veiliger, efficiënter duurzamer,
socialer en gezonder te maken.
De ambities reiken echter nog verder: het bureau UNSense,
de architect van het project, wil in Brandevoort II een real life
testomgeving van 100 huizen realiseren. Zelf zeggen ze dat ze in
deze wijk, samen met de inwoners, gaan onderzoeken hoe data
kunnen worden aangewend om de leefomgeving en het welzijn
van mensen te optimaliseren. Zo'n huis kan met sensoren je gedrag
onderzoeken: welke apparaten je gebruikt, hoeveel je slaapt en
beweegt, wat je eet, wat de samenstelling is van je afval, enzovoort.
In ruil krijg je korting op de huur. In feite betaal je het wonen met je
eigen data - dat is disruptief! In een interview met het FD zegt pro
jectleider Portheine van Brainport Smart District hierover: 'We doen
hier iets op het snijvlak van wat kan, en wat wenselijk is.' Het is
duidelijk een zoektocht: 'We doen hier niet alleen de veilige dingen,
we experimenteren ook. Anders krijg je nooit disruptie.'
Wat we leren van deze twee cases is dat we nog geen idee
hebben hoe digitale transformatie in de fysieke leefomgeving gaat
uitpakken. Alleen door op kleinere schaal te experimenteren en te
leren kunnen we concepten verder ontwikkelen en komen tot een
herijking van de relatie burgers, bedrijven, overheid en onderzoek
met als doel bij te dragen aan een leefbare samenleving. Dat dit in
Helmond gebeurt waarbij niet de grote bedrijven maar de burgers
en de wijk als geheel direct kunnen profiteren van data, is een mooi
uitgangspunt. 'Just give us a city and put us in charge.'
Theo Thewessen
Lector Location Intelligence, HAS Hogeschool
Directeur Geodan
theo.thewessen@geodan.nl