'De Bosatlas, de kunst
van het weglaten'
DE
BOSATLAS
UITNODIGING OPENING
Expositie
Op 10 mei 2019 werd in het Grafisch museum GRID in Groningen een tentoonstelling over De Bosatlas geopend.
Deze zal tot 27 oktober in Groningen blijven en daarna voor 9 maanden naar het Onderwijsmuseum in Dordrecht
vertrekken. De tentoonstelling is ontstaan uit de samenwerking met het Onderwijsmuseum en de uitgeverij Noordhoff,
en is vormgegeven door Paul Mulder en Albert Buring van Studio 212 Fahrenheit en Bosatlasredacteur Peter Vroege.
VRIJDAG 10 MEI 2019 OM 16:00 UUR
48
Geo-Info I 2019-3
De opening werd verricht door Tine Beneker,
hoogleraar Geografie en Educatie aan de Utrechtse
Universiteit, die daarbij aangaf dat we aan de hand
van de atlas relationeel leren denken op school
en door die atlas te gebruiken ook de ruimtelijke
dimensie van maatschappelijke vraagstukken
leren zien. De aardrijkskundeleraren zijn daarbij
degenen die voor de leerlingen de schatkist, die de
atlas vormt voor de leerlingen, openen (maar dan
moeten ze daarbij wel ook enige kartografische
scholing hebben).
De tentoonstelling presenteert de atlas als een
eigentijdse spiegel van de samenleving en deelt
het gepresenteerde materiaal in drie delen in: 1872,
1968 en 2019. Het eerste deel voert Pieter Roelfs Bos
ten tonele als degene die met zijn tot het uiterste
gegeneraliseerde kaarten op groot formaat een
succesformule brengt die het succes van zijn aard-
rijkskundeleerboek nog overtreft. Zijn redacteur
schap vult hij in met een constant experimenteren
met de vormgeving en de volgorde van de kaarten.
Dat is iets wat dit grafisch museum ook zeer aan
spreekt, volgens zijn directeur Fronique Oosterhof.
In de op onderwijsgebied woelige jaren 60 treedt
er een revolutie op in de atlas: onder de nieuwe
redacteur wordt het aantal thematische kaarten
tot een veelvoud uitgebreid, onder andere met
typenkaarten (van landbouwgebieden tot mijn-
bouwgebieden) en veel nieuwe kaartsoorten zoals
anamorfosen. Tegelijkertijd treedt in het onderwijs
de verandering op van (plaatsnamen)kennis naar
opzoekvaardigheden.
Het derde en laatste deel van de expositieruimte
was gevuld met digitaal kaartmateriaal, dat laat
zien hoe de kartografen van Noordhoff ook hier
de kunst van het generaliseen of weglaten weten
te betrachten, en bovendien hoe ze het digitale
medium hebben leren vormgeven. Dat was
eerst op diskette, later op cd-rom, en nu met een
volwaardige digitale Bosatlas. Minder relevant is
wellicht de vitrine die toont dat er veel buitenlandse
licentie-uitgaven van de Bosatlas zijn, maar verder
is er nergens sprak van storende commerciële
verhalen.
Bij de tentoonstelling hoort een gidsje van
32 pagina's met de tekst van de stands, vitrines en
tevens een plattegrond van de tentoonstellingszaal.
Pas daarop zag ik dat op de grond een kaart was
geschilderd, met de route langs de displays - door
de drukte was dat niet eerder opgevallen.
Net als de atlas heeft ook de tentoonstelling zich
beperkt tot de hoogtepunten uit de geschiedenis
van de atlas en het doet dat op een speelse en
overzichtelijke manier.
Ferjan Ormeling, redacteur