Indonesië op de kaart Promotieverslag Huïb Ekkelenkamp De rt>f van de Nederlandse aanwezigheid in Indonesië bij de ontwikkeling van de geodesie in Nederland 10 Geo-Info I 2019-4 Boekomslag (foto Adri den Boer). Kraak vroeg onder meer of Ekkelenkamp inderdaad in de ruimte geweest was om de satellietfoto voor het kaft te maken, zoals een bronvermelding suggereerde. De promo vendus zei blij te zijn met de vraag en kon zodoende alsnog naar de NASA verwijzen. Bij de discussie over kaarten beval hij de lezers weer aan om voor raadpleging vooral een loep te kopen! Kraak miste een direct vergelijk tussen topografische kaarten uit Nederland en uit Indië. Die was er wel in de tekst, bijvoor beeld over kleurweergaven, maar er was ook in beide gebieden door de jaren heen geen uniformiteit. Schoenmaker verwees naar stelling 6 (zie kader) en vond het proefschrift verwijzing naar vulkaanpresentaties en naar kustaanzichten voor navigatie. Klees vroeg concrete voorbeelden van de wederzijdse invloeden. De promovendus ging in op de zwaartekrachtmetingen van Vening Meinesz in de Archipel. De Marine stelde daar een onderzeeër voor beschikbaar en dat was niet gebeurd als er geen kolonie was. Men vond schietloodafwijkingen die men in Nederland niet kende en daar was zelfs meer dan wetenschappelijke aandacht voor. Op de vraag wat er na 1949 anders was, kwam ook het toen gebruiken van geallieerde kaarten aan de orde. 1949 was een breuk. Bij Van den Doel kwam aan bod dat indologen eerst in Delft en later in Leiden werden opgeleid. Een Salomonsoordeel daarover wilde de promovendus niet geven, maar hij kon niet laten om te zeggen dat bijvoorbeeld voor spoorlijnaanleg toch Delftse ingenieurs nodig bleven. passen in een positief westers techniekbeeld. Was ook de doelstelling van het karteren geen overheersen? Ekkelenkamp erkende dat en zag ook dat de kaarten ontstonden vanuit de wens van een 'kaart van óns gebied'. Jaarverslagen van de Indische Topografische Dienst leken hem een rooskleuriger beeld te geven dan de werkelijkheid was. De kaarten hadden een militair doel, waren er later ook voor landrente metingen van de overheerser, maar ook voor irrigatie. Van Oosterom miste een bijdrage over de kadastrale kartering, maar kadastrale kaarten kwam de promovendus gewoon weinig tegen in zijn onderzoek. Een vraag naar de derde dimensie werd beantwoord met een Elanssen besloot met vragen van het hoogste niveau, zoals die naar het waarom van een onderzoek als voor dit proefschrift werd gedaan ('Naast de behoefte van de auteur', zo relativeerde hij ook). Een andere vraag was: kan men van het verleden leren voor de toekomst? Ekkelen kamp vond dat men vooral kon leren wat men niét moest doen in plaats van wat men zou moeten doen. Respect voor voorgangers was echter ook een punt. Slot Na het beraad van de commissie kon uiteraard de koker met de bul worden uitgereikt. Voor in het prachtboek blijkt al dat de auteur zich gua historie niet tot 1800-1990 beperkte. Staat er niet een spreuk in van Marcus Valerius Martialis (40-104): 'Wie ook van het verleden geniet leeft dubbel? Deze promotie was ook een illustra tie dat ze in Delft ook nog in het Nederlands kunnen en mogen Is hij ook niet de eerste met in de cv van de promovendus de vrijwil ligersfunctie bij de stichting De Hollandse Cirkel? Bij de 804 literatuurverwijzingen komen natuurlijk ook artikelen uit het tijdschrift De Hollandse Cirkel, uit Caert-Thresoor en uit NGT Geodesia voor! Adri den Boer, redacteur

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2019 | | pagina 12