de Groningse bodemdaling Boerenopmerking in NGT Geodesia 1980 Lustrumboek 2000 van 'Snellius' 2019-5 I Geo-Info 29 ONTHULLING 28 MEI Aardbevingsmonument met verlichte scheur langs ook A7, initiatief van stichting Meent van der Sluis, Karel Buskes, onthuld 28 mei 2019 dankzij sponsoring van Mondriaanfonds tot NAM en Gasunie! (www.hetanderemonument.nl). de befaamde 'dalingspannenkoeken'. Geodesia De MD publiceerde massaal in 1973 en in 1976 via kranten over de meevallende bodemdaling in Groningen. Vakbladen volgden. NAP-hoofd Wim van Beusekom (MD) schreef in Geodesia 1977-1 over Bodemdaling door aardgaswin ning in de provincie Groningen. Een paragraaf Voorspellingen bevat de zin "Gebaseerd op dit afnamepatroon zal het grootste gedeelte van Een opmerkelijk citaat uit het artikel Zwaartekrachtmetingen in het Groninger aardgasgebied in NGT Geodesia van mei 1980 is: "Op grond van laboratori umproeven heeft men omstreeks 1970 uitgerekend dat de gashoudende laag ongeveer 1% zou worden samengedrukt wat neerkomt op een totale bodemda ling van ongeveer één meter van 1970 tot het jaar 2000. Dit zou grote financi- ele consequenties hebben daar dijken en bruggen moeten worden verhoogd, een aanpassing nodig is van wegen en waterlopen en een regeling van de grondwaterstand voor de landbouw. Maar de Groningse boeren maken zich nog geen zorgen over de daling getuige een opmerking: 'Ach, dan wordt ons bolletje een beetje kleiner'. (Met bolletje wordt de aarde bedoeld)." bodemdaling plaatshebben vóór het jaar 1990, waarna er relatief weinig gebeurt.'" Het was een inleiding op het artikel Waterpassingen over het Groningen-gasveld in 1975 van MD-er Piet de Jonge. Deze twee bijdragen uit 1977 komen met trots voor in de beperkte literatuuropgave in Een halve eeuw meetkundige dienst 1931-1981. In 1980 voegden het NGT en Geodesia zich samen tot NGT Geodesia. NGT Geodesia Wim van Beusekom schreef in nummer 1980-5 over De waterpassingen boven het Groninger gasveldin 1978. Ir. Jan van den Berg (TH Delft) schreef in ditzelfde nummer over Toetsing van deformatiemetingen: De onttrekking van aardgas in de provincie Groningen (op basis van zijn afstudeerscriptie). Dit'themanummer' bevatte ook van ir. G.L. Strang van Hees (TH Delft) het artikel Zwaartekrachtsmetingen in het Groninger aardgasgebied. Voorwaterpassen moeten kijkers gehorizonteerd worden. Door de onttrekking van veel aardgas verandert de grootte en de richting van de zwaartekracht en dus ook de kijkerstand! Verder wijzigt ook het NAP-vlak. In samenwerking met de NAM zijn in oktober 1978 door Govert Strang van Hees precisie- zwaartekrachtmetingen verricht op 21 punten in het Groninger gasgebied met het daarbuiten gelegen Gasselte als basispunt. Conclusie was dat als het net over enige jaren met dezelfde precisie zou worden hermeten men meer zou weten over hoogteveranderingen met een precisie van 2 tot 3 cm en over veranderingen van het NAP-vlak met een precisie van 1 mm. Tijdschriftpublicatie daarover bleef uit. Over het afleiden van bodemdaling door gaswinning was een wetenschappelijke bij drage van de NAM-geodeet Quadvlieg in het lustrumboek 2000 van het Landmeet kundig Gezelschap Snellius. In de inleiding is een relativerende zin: "Dit gas wordt gewonnen uit lagen die sinds afzetting reeds 3000 meter zijn gedaald." Het belang van de NAM om bodemdaling door gaswinning te kwantificeren school nog alleen in "de compensatieverplichting voor het treffen van maatregelen ten behoeve van de waterhuishouding die noodzakelijk worden als gevolg van de bodemdaling." Aanpassingen aan gemalen en dijken dus. Peilmerkdaling door niet-gasonttrekkings- oorzaken kreeg ook veel aandacht. Dit was het laatste Delftse Snellius- lustrumboek en duidelijk van vóór de door de NAM erkénde gasbevingen. De waterpassingen van 1978 en 1981 werden door drie particuliere bureaus uitgevoerd en door de MD gecontroleerd met een hydrostatische en opti sche waterpassing, waar enkele door de NAM zelf gewaterpaste trajecten aan werden toegevoegd. Bureau Oranjewoud paste hierbij voor het eerst in Nederland het gemotoriseerd waterpassen toe! In 1983 werd besloten de grote waterpassing slechts één keer per zes jaar uit te voeren en tussentijds een kleinere controlewaterpassing te doen. MD-er Van Beusekom schreef in nummer 1983-11 over De waterpassingen boven het Groninger gasveld in 1981 en concludeerde: "De bodemdaling verloopt - in tegenstelling tot die in de kolenmijngebieden - zeer geleidelijk en zeer regelmatig." De MD jubileerde in 1991 weer en een extern gerichte eigen publicatie daarover was trots op vormen van hoogte-advisering. "Een goed voorbeeld hiervan is de betrokkenheid van de MD bij de vaststelling van de bodemdaling in Gro ningen ten gevolge van de aardgasonttrekking. Het Staatstoezicht op de Mijnen van het Ministerie van Economische Zaken heeft de MD als onafhan kelijk deskundige aangesteld om de waterpassin gen van de NAM te controleren." (Uit: Meetkundige Dienst de volgende 60 jaar Geo-Informatie voor

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2019 | | pagina 31