Redactioneel
Deze Geo-Info is voor een groot deel gewijd aan de kartografie, ter gelegenheid
van de twee belangrijkste tweejaarlijkse manifestaties op dat vakgebied: de in
Amsterdam zomer 2019 gehouden Internationale conferentie over de geschiedenis
van de kartografie (ICHC) en de Internationale kartografische conferentie (ICC) in
Tokio die tegelijkertijd plaatsvond, georganiseerd door de ICA, de International
Cartographic Association. Op beide manifestaties kwam de geschiedenis van de
kartografie aan de orde, maar in Tokio vormden de nieuwe ontwikkelingen in het
vak de hoofdmoot. Redacteur Roelof Keppel interviewde over het internationale
werk Menno-Jan Kraak, die in Tokio afscheid nam als president van de ICA.
Maar ook nationaal weten we genoeg van de grond te krijgen. Gineke van
Putten brengt de kartografische consequenties van de nieuwe omgevingswet
in kaart, waarbij de vertrouwde bestemmings- en streekplannen vervangen
worden door omgevingswetinstrumenten en alle planologische en milieukundige
maatregelen en beperkingen via het landelijke loket 'Digitaal Stelsel Omgevingswet'
geraadpleegd kunnen worden.
De visualisatie blijft natuurlijk het belangrijkste aspect van de kartografie -
zolang we onze ogen gebruiken om ruimtelijke informatie tot ons te nemen zullen
kaarten daarvoor het meest efficiënte middel blijven - en in dit nummer wordt de
visualisatie vooral met de tijdsdimensie uitgebreid.
Ron van Lammeren geeft in zijn bijdrage de algemene trend in de ontwikkeling
van geodata visualisatie met de uitbreiding van tijd. Edward Mac Gillavry laat zien hoe
'vector tiling' een nieuwe stap biedt voor kartografen om gemakkelijk een verhaal te
kunnen vertellen met de sfeer van kaartbeelden en hoe daarbij ook het tijdsaspect
kan worden meegenomen. Sander van der Drift bespreekt de nieuwe soorten
kaarten, zoals die van de bereikbaarheid, die mogelijk worden door het integreren
van de gegevens van het toenemende aantal sensoren dat onze mobiliteit meet.
De Amsterdam Time Machine wordt hier besproken door Julia Noordegraaf: het
betreft een project om alle historische locatiegebonden informatie over de stad te
integreren, zodat we niet alleen op elke gewenste locatie maar ook op elk gewenst
tijdstip kunnen inzoomen om te zien wat er toen daar gebeurde.
De belangrijkste sensor voor de kartografie blijft natuurlijk de luchtfoto, en het
toenemende aantal beelden uit de ruimte kan op den duur alleen maar verwerkt
worden door automatisering: Bernard Bronmans bespreekt de mogelijkheden
voor automatische gebouwdetectie, en er is aandacht voor het nieuwe, meer
gedetailleerde bestand 'Landelijk Grondgebruik Nederland' (LGN).
Dit kartografie-nummer van de Geo-Info is mede tot stand gekomen dankzij de
samenwerking met gastredacteur Edward Mac Gillavry.
2019-5 I Geo-Info