Geodatin 1 Rond ALV internationale oriëntatie bij GIN? K, hab eine ïremdi-, ist 2019-5 I Geo-Info 43 detailuitwerking gemaakt. Dat omvat wat er wordt gecontroleerd, naar welke kwaliteitsaspecten wordt gekeken, hoe groot de steekproef moet zijn en wat als referentie wordt gebruikt. Bij de uitvoering van de datacontrole is het nodig om kennis te hebben van controle methodieken, inwincriteria en de data zelf. Met de uitkomsten van de controles wordt het resultaat berekend. Idealiter zou dat op 100% uitko men. Maar zelfs een databestand met een interne kwaliteit van 100% is niet zomaar geschikt voor externe gebruikers. Externe kwaliteit is wat anders. Immers, als je een door anderen gemaakte dataset wil gebruiken, dan wordt de kwaliteit bepaald door de bruikbaarheid voor jouw gebruiksdoel, de 'Fitness for Use'. Daarbij gaat het erom in hoeverre de dataset aan jouw criteria voldoet. Baten van meer detail Het gebruik van de Bodemkaart van Nederland schaal 1:50.000 (BodsoNL) voor het berekenen van oogstschade door drinkwaterwinning is een voorbeeld van onvoldoende externe kwaliteit. Martin Knotters (WENR) beschreef hoe hij had aangetoond dat een bodemkartering met schaal 1:25.000 geschikter is voor het schatten van de opbrengstschade dan die met schaal 1:50.000. De verbetering is €13 waard, per hectare, per jaar. De contante waarde hiervan is berekend op €258 per hectare, terwijl de kosten van de bodemkartering, schaal 1:25.000, €30 per hectare bedroegen. De kosten-batenverhouding is dus circa 1:8. Helaas is die gedetailleerde kartering niet landsdekkend beschikbaar. Martin Knotters meent dat een landelijke 1:25.000 bodemkartering economisch aantrekkelijk is. Wetenswaardigheid: voor België is een bodemkaart met schaal 1:20.000 beschikbaar. Informatiearchitectuur Een manier om de potentiële bruikbaarheid van datasets te vergroten is om ze op te bouwen volgens een informatiearchitectuur. Aad Verboom (Verboom Advies) gaf aan dat het gebruik van informatiemodellen, zoals NORA of GEMMA, daarbij helpt. Als toegevoegde waarde van data architectuur noemde hij: vindbaarheid, herbruik baarheid, het versterken van onderdelen en het versterken van gegevensmanagement. Beleg de taken Als een organisatie data over het eigen beheerge- bied toelevert aan een basisregistratie, zoals de BGT, dan moet de interne kwaliteit hoog zijn. Coen Wes- sels (NEXPRI), adviseur bij de jonge fusiegemeente Hoeksche Waard, wees erop dat daarvoor een heldere regie nodig is op de dataketen. De verschil lende taken en verantwoordelijkheden in en om databeheer moeten duidelijk belegd zijn. Daarnaast zijn voldoende capaciteit en budget onmisbaar. Zonder dat is de kans kleiner dat de kwaliteitseisen worden gehaald. De spreker verwees onder meer naar DAMA-DMBOK (Data Management Body of Knowledge) als referentiekader. Perfectie niet nodig Bruikbare data hoeft niet altijd in alle opzichten van hoge kwaliteit te zijn. Dat bleek uit het verhaal van Rolf Bruijn (Glasvezel buitenaf). Als een van de twee geo-analisten voor een glasvezelkabel legger beschreef hij op provocerende wijze dat hun werk ook gedaan kan worden met minder ideale datasets. Voor hen was het belangrijkste criterium dat de beschikbare datasets volledig zijn, daarmee komen ze een heel eind. In hun situatie hebben ze te maken met veel databronnen en veel datatransportkanalen. Ze werken zonder datamodellen en architectuur. Indruk: in dit stukje bedrijfsleven wordt geroeid met de riemen die men heeft. Smarticiperen Datakwaliteit is ook van groot belang in een Smart City. Hierover sprak Iemke Idsingh (i4Urban). De door allerlei stedelijke bronnen (sensoren) continu geleverde (big) data moeten automatisch verwerkt en gecombineerd worden tot signalen van eventuele problemen in het stadsgebeuren. Naar zijn mening moeten we meer ruimte geven aan het bewustzijn van kwaliteit. Er moet meer geharmoniseerd en verbonden worden. In die verbinding zit volgens hem de ware kwaliteit. Het lijkt hem mooi als burgers kunnen gaan 'smarticiperen', oftewel zelf data aanleveren. Datakwaliteit is relatief De boodschap van deze middag zou je kun nen zien als: datakwaliteit mag lager zijn in het geval van incidentele interactieve bewerkingen. Naarmate die bewerkingsketen langer, complexer en meer geautomatiseerd is, is meer datakwaliteit nodig. Dat is haalbaar door in de bewerkingsketen meer regie te voeren en meer standaarden en modellen te gebruiken. Samengevat: de fitness for use van data hangt af van het gebruiksdoel. De presentaties van deze dag zijn te vinden op ruimteschepper.nl/kenniskring/delen-is-leren/ kenniskring-presen ta ties Frans Rip, redacteur Een Europese website geeft meer dan de 'cover' van een Duits boekje (van beroepsverband DVW, een GIN-tegenhanger). 4 i.v -ii»i 11» gOr 1 J-- MVI «Hirfcut t- «1 1 u-'i '-V.' -" r -• P3C L*ri'(l"j ."11'.-«*c- I 1 V -.H I'.iLllIrt Lfin Syivijl V hll'lin ui UIMftfin «m TW.rmln-j iu,i rjtww Het onzekere handschrift is niet toevallig: '...for an authentic look, make sure to fill out your name with your non-dominant hand,' aldus is op de Engelstalige website onder het plaatje te lezen. blogs.egu.eu/divisions/g/tag/surveying/ Een andere website geeft deze 'first female presi dent' van de Association of Ontario Land Surve yors (AOLS dus). Let op de ambtsketen met die superpenning met een driepoot, niet leeg, maar met daarop een modern meetinstrument!

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2019 | | pagina 45