ervan? Competitie betekent oorspronkelijk: het beste in elkaar naarboven halen 2019-6 I Geo-Info 33 SPOK Single Point of Knowledge mentor kunnen zijn. De een werkt (veel) harder dan de ander. Interne spanningen vragen expliciet aandacht. Wat motiveert geo-technici? Geotechnici: wie zijn dat? Ik denk met name aan GIS-analisten, geo-architecten, GIS- programmeurs (inclusief de BIM-wereld en de geo-standaarden). Geo-adviseurs ook? Ja, die groep ook. Zij moeten voldoende techniek in huis hebben om de adviseursrol te vervullen. Als de werkdruk en kennis in het team aanvaardbaar zijn, wat motiveert geo-technici dan? De eenvoudigste manier om erachter te komen is het aan ze te vragen. Antwoorden zijn onder andere: puzzelen en oplossingen creëren; een onmogelijke opdracht met een paar anderen tot een goed einde brengen; tijd om wekelijks een paar uur aan innova tie/verbetering te werken en weten wat er met je ideeën gebeurt; de klant een oplossing bieden met goede kwaliteit; ontwikkelmogelijkheden; ongestoord kunnen doorwerken met goede technische voorzieningen; fraaie kartografie; een gedeelde, gezamenlijke visie op technische ontwikkelingen in plaats van 'pleisters plakken'; een ander helpen. De eerste zes of zeven antwoorden zijn afkomstig van 'echte techneuten'. Naarmate de rol opschuift naar advieswerk komt de medemens meer in beeld. Samenwerken en/of competitie? Onder de antwoorden zit een aspect dat ik het 'competitieve karakter' noem. Dit raakt aan wat ik bij sportverenigingen zie gebeuren tussen wedstrijdspelers en recreanten. In de meeste overheidsorganisaties gelden relatief veilige arbeidsvoorwaarden: je staat niet direct buiten de deur als er iets fout gaat. Je kan op een zijpad terechtkomen, maar erger is het niet. Het effect is dat medewerkers voor langere tijd (maanden, jaren, decennia) met elkaar samenwerken. Dit stelt eisen aan de vaardigheden tot samenwerken. Als die onvol doende ontwikkeld zijn, ontstaat een matig werkklimaat: groepsvorming, onderlinge kri tiek die niet geuit wordt, exclusie, enzovoort. Als sprake is van unfaire beloning ten opzichte van prestaties ontstaat structureel gedoe. Zolang resultaten goed zijn, blijft de werksfeer meestal wel goed. Blijven resultaten uit, dan verzuurt de werksfeer snel. Kunnen samenwerken is door de bescherming in de arbeidsvoorwaarden een noodzakelijke basisvaardigheid. Kenmerken van samenwer king zijn: doen (actiebereid zijn); vertrouwen; elkaar verdragen, aanvullen; omgaan met niveauverschillen: zowel tech nisch als financieel, maar ook bij unfairness; inzicht in onderlinge afhankelijkheden en begrip voor elkaars werk en werksituatie (vakantieplanning); elkaar aanspreken zonder (al te veel) verwijt. Niet iedereen vindt het nodig of prettig om rekening met een ander te moeten houden. Er zijn opdrachten en medewerkers die zeer geschikt zijn voor een harde, snellere, meer competitieve werkwijze. Kritiek wordt ervaren als inspirerend, niet als veroordelend. Competi tie betekent oorspronkelijk 'het beste in elkaar naar boven halen'. Ik noem dit een resultaatge richte cultuur. Ook dan wordt samengewerkt. Kenmerken zijn: technische kennis en domeinkennis scoren hoog, samenwerking is minder relevant; cultuur is hard, deelnemers ervaren dit als stimulerend en inspirerend; slagkracht, hoog tempo, innovatiekracht; onderling veel respect en vertrouwen; je werkt eerder in drietallen dan in tientallen; niet geschikt voor iedereen; open voor talent dat hier zin in heeft (en ertegen kan). Op de plaatsen waar de samenwerkingscul- tuur en de resultaatgerichte cultuur elkaar ontmoeten ontstaat spanning. Die spanning kom ik in al mijn opdrachten tegen (en ook bij mijn volleybalvereniging). De oplossing vanuit de praktijk is om beide culturen positief te turbo rationeel competitief spontaan emotioneel methodisch humaan afstemmend Figuur 1 - Meerdere culturen zijn mogelijk. (Bron: Harrie van der Werf). ïforaftfb* 1 JJSffJIC"

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2019 | | pagina 35