De uitdaging: een nieuwe generatie
GIS voor nieuwe vraagstukken
ru
U
fü
Column
z
2019-6 I Geo-Info
7
Er worden al jaren kaarten en kaartproducten gemaakt. Datdoen
we voor een brede doelgroep: van technisch specialisten tot belang
stellende inwoners en van bestuurders tot ambtenaren. Met verschil
lende lagen en toelichtingen, applicaties en ook al gecombineerd met
andere media. Maar onze vraagstukken worden steeds complexer en
de groep met mensen die daar wat van willen vinden wordt steeds
groter.
We houden rekening met wat de kijker begrijpt: een technisch
specialist heeft een detailbeeld nodig en wil kunnen spelen met
verschillende parameters, een inwoner wil juist een eenvoudig beeld
met taalgebruik dat hij herkent. Als we een besluit nemen moeten we
duidelijk zijn wat wel en niet is afgewogen in de kaart. Deze kaarten
en kaartproducten hebben echter één ding gemeen: ze laten meestal
alleen 'de bovenkant van Nederland' zien in een stilstaand beeld.
De 'onderkant' (ofwel de ondergrond) van Nederland wordt
steeds belangrijker. Functies als energie, watervoorziening, klimaat
aanpassingen, infrastructuur en mobiliteit hebben allemaal een stukje
ruimte nodig in de bodem en ondergrond. Daarbij speelt ook dat we
niet alles weten en ook nog niet alles kunnen overzien in de tijd.
Eén van die vraagstukken houdt me dagelijks bezig: hoe passen
we winning van energie uit onze bodem en ondergrond ruimtelijk
goed in? En houden we grip op de effecten zodat het veilig en
verantwoord blijft? We zijn namelijk op zoek naar warmte uit diep (en
dus heet) grondwater dat we kunnen gebruiken voor onze woningen,
kassen en fabrieken - en als het kan - willen we ook warmte die we
in de zomer niet nodig hebben een tijdje opslaan. Technieken zoals
aardwarmte (geothermie) en warmteopslagsystemen kunnen daar
een antwoord op geven.
Kan dat ook overal? Redeneren dat we simpelweg in de
gebouwde omgeving, tussen de kassen of bij de fabriek, een diep
gat of wat dan ook in de grond maken en dat we dan klaar zijn is te
kort door de bocht. Want lang niet overal is de ondergrond in staat
om de warmte daadwerkelijk te leveren: uit een te slecht doorlatende
laag kun je immers geen heet water oppompen. Of om de warmte
op te slaan: een harde stroming van grondwater drijft in korte tijd de
zorgvuldig opgeslagen warmtebel meters uiteen. Of er zijn andere
belangen, zoals drinkwater, archeologie of natuur, die boringen in de
weg staan. We kunnen onszelf de vraag stellen: willen we overal gaten
boren of moeten we slim gaan clusteren en opschalen?
Dat zorgt al voor een 3D-puzzeltje op onze kaarten en om het
nog moeilijker te maken weten we van de diepe ondergrond al
helemaal weinig. Beneden de 2 kilometer zit misschien de warmte
die we kunnen gebruiken voor oudere (energielabel C en slechter)
woonwijken en zit misschien warmte op 4-5 kilometer voor de
industrie. Thermogis.nl laat zien hoe dat in Gelderland zit. Als we
naar mijn provincie kijken, dan zien we al dat onze grote steden als
Arnhem, Nijmegen en Apeldoorn in een gebied liggen waar weinig
over bekend is. Deze steden weten dus de komende jaren helemaal
nog niet of het gaat lukken met aardwarmtewinning.
Mag dat overal? Daarnaast zijn we ook aan zet met schoon
drinkwater en een veilige en gezonde leefomgeving. Je kunt niet zo
maar midden in een drinkwaterbeschermingsgebied een simpele
geothermieput boren (of vlak naast een ziekenhuis). Daarmee sluiten
QJ
QJ
we ook alweer wat plekken uit. Er zijn risico's die we nog niet voor
100% kunnen uitsluiten.
En een antwoord op onze vraag? Energiebeheer Nederland
doet de komende jaren onderzoek in het veld naar de opbouw van
de diepe ondergrond via de Seismische Campagne Aardwarmte
Nederland. We krijgen hopelijk 'een kaart met aardwarmte potentie'
en één met 'potentiële warmteopslagkansen'. Daarnaast hebben we
een goed actueel inzicht in onze kwetsbare locaties en gebouwen,
grondwaterbeschermingsgebieden en nog 50 lagen waar ik nog niet
aan heb gedacht nodig - en dat ook bijna allemaal in 3D. Kortom: een
zoekplaatje. Of losse puzzelstukjes. Wie gaat de puzzel leggen?
Nu ben ik een beleidsmedewerker met enige kennis van GIS,
dus ik kom er hopelijk nog wel uit. Ik klik een aantal lagen aan in een
kaart, haal er weer één uit, speel met de transparantie, zoom in en uit
en gebruik scenario's en kennis uit rapporten die we nog niet in een
kaart hebben kunnen verwerken. Helaas is het voor onze bestuurders
en inwoners een stuk moeilijker te interpreteren. Bovendien kunnen
we de beelden niet oneindig fixeren voor elk scenario. We moeten
kunnen uitleggen wat we doen en waarom we keuzes maken en
waar we soms ook flexibel willen blijven.
Ik zie kansen in de Proeftuinen van de Basisregistratie Ondergrond,
waar Marjan Bevelander in het vorige nummer al over schreef. De ver
binding met andere creatieve sectoren zoals de ontwerpers of de
gamers (Minecraft) kan zorgen voor inspiratie en 'out of the map'-den-
ken. Kijk bijvoorbeeld eens naar Onderland [1], waarin een interactieve
video de onzichtbare ondergrond bij een fascinerend stuk natuur - wat
bijna niemand kent- in beeld brengt. Het brengt de Peelrandbreuk, de
vegetatie, alle bovengrondse kenmerken, maar ook alles wat onder de
grond gebeurt op een hele andere manier tot leven.
Kortom: ik ben benieuwd wat de geo/GIS-sector me gaat bieden.
Is er ook wat anders dan de 'viewer met laagjes, plaatjes en een info-
handje' of de traditionele infographic in playmobil-beeldtaal? Ikdaag
jullie uit om met een stuk creativiteit eens uit het platte vlak te komen
en laat me graag verrassen! Is er nog meer nodig? Wat heeft de geo-
sector nodig om uitgedaagd te worden?
Carla Nikkels
Projectleider bodemenergie en geothermiecnikkels.werk@gmail.com
Referenties
[1] www.peelrandbreuk.eu/onderland/