de prakti k: voorbi de hype
2020-2 Geo-info
IFC
9
gedefinieerd in een cartaslsch coördinatenstelsel
ongewenste vertekeningen krijgen als ze-worden
Omgezet naar een geografisch coördinatenstelsel.
Hoe zien IFC-modelleri
er in de praktijk uit?
Onderzoeken en pilots hebben laten zien dat
IFC-modellen bruikbaar zijn in hetgeo-domein.
Maar vaak gaat dit om academisch vervaar
digde IFC-modelIën meteen gecontroleerde
structuur en content. Om te kijken hoe IFC in de
praktijk wordt gebruikt en wat we hiervan kun
nen hergebruiken in hetgeo-domein, hebben
we 37 IFC-modellen nader bekeken.
Gebruikte software en versie
van de standaard
Het merendeel van de modellen is gegenereerd
in Autodesk Reylf. Op een na, zijn de IFC-model-
len in IFC2X3 gemodelleerd (vastgesteld in 2005
en voor de laatste keer gewijzigd in 2007); ook al
is IFC4 sinds 3®3 vastgesteld. Het enige mode!
dat in versie 4 werd aangeleverd, was óp ons
verzoek naar-deze versie geëxporteerd. Dat de
laatste vigerende versie van IFC in praktijk
nauwelijks wordt gebruikt kan duiden op lage
urgentie van het gebruik van open standaarden
en/of ingewikkelde implementatie van-onder
steuning van de standaard.
Gebruikte semantiek
Moor de interoperabiliteit met andere (geo)
formaten zijn twee elementen van specifiek
belang: IfcÖpëning en IfcSpa-ce. IfcOpe-
ning wordt gebruikt om een deel van eert
ander object af te trekken voor een andere
geometrie zoals een ifcWall of een IfcSlab
-om consistentie tussën-gat (IfcOpening) en
bijbehorend deel-óbject (IfcDoor, IfcWindöw)
te garanderen. In de meeste modellen blijkt
deze informatie correct aanwezig.
Dë klasse IfcSpace kan worden gebruikt om
lege ruimtes te-definiëren, zoals kamers en hier
attributen aan toe te kennen zoals nodig in
geo-applicaties. Deze informatie is tijdens de
bouwfase vaak niet nodig, maar wel in down
stream applicaties. In 16 van de modellen werd
dit concept gebruikt.
Een ander relevant IFC-cöncept voor hergebruik
van de data is het IfcBuildingElementProxy
element. Dit concept kan worden gebruikt voor
klassen die niet worden Ondersteund in IFC.
Maar in praktijk (in bijna 90% van de modellen)
blijkt dit element gebruikt voor-elementen
waarvoor-wel een geschikte (specifieke) IFC-
klasSë:beschikbaar is, zoals IfcBeam, IfcBuild-
ingElementPart, IfcCovering, IfcCurtainWall,
IfcDoor, IfcFooting, IfcRailing, IfcRamp, IfcRamp-
F light, IfcRoof IfcSlab, IfcStair, IfcStairFlight,
IfcWall, IfcWindow. Door het veelvuldig gebruik
van de generieke klasse, gaat veel seman
tiek verloren die niet kan worden gebruikt in
downstream toepassingen-of bij transformaties
naar andere domeinen (zoalsgeo).
Georefereren
In IFC kun je geografische coördinaten van
een referentiepunt (met beperkte precisie)
opslaan bij het object IfcSite in WGS84 (EPSG:
4326) of meer specifiek via het toevoegen
van een IfcCartesianPoint aan IfcSite. Op deze
manier kan het model in de werkelijkheid
worden gelokaliseerd, nodig voor de GeoBIM
integratie. In IFC4 is het ook mogelijk meer
complexe informatie op te slaan, zoals CRS,
projecteert parameters.
Een derde van de IFC-modellen bevat gede
tailleerde georeferentie informatie waarvan
twee modellen ook informatie bevatten
over 'True North' (roteren van de 'True North'
richting blijkt overigens alleen mogelijk in BIM-
software). Een derde van de modellen bevat
globale referentie-informatie en een derde van
de modellen een lokaal coördinatensysteem.
Omdat BIM-software georeferentie-informatie
automatisch kan toevoegen aan de modellen
(bijvoorbeeld nadat de gebruiker een adres
invoert), konden we niet góed achterhalen
welke modellen bewust geogerefereerd
waren doofde ontwerpers.
Een probleem bij hetgeorefereren, is het
ver-Schil van notatie tussen IFC2X3 en IFC4.
De breedtegraad en lengtegraad worden
gedefinieerd als hoeken met graden, minuten,
seconden ten opzichte van het geodetische
WGS84. Positieve waarden beschrijven locaties
ten noorden van de evenaar, en ten westen
van de geodetische nulmeridiaan (nominaal
de nulmeridiaan van Greenwich) in IFC2X3,
of ten oosten van de nulmeridiaan in IFC4.
Negatieve waarden beschrijven locaties ten
zuiden van de evenaar, en ten oosten van
de nulmeridiaan in IFC2X3 often westen van
de nulmeridiaan in IFC4. De inconsistentie
tussen verschillende versies van IFC is uiteraard
gevoelig voor fouten. Dit gaat vooral spelen
als eymeer modellen inversie 4 beschikbaar
komen.
De standaard IFC, vastgesteld door
buildingSMART, bevat meer dan
duizend klassen voor alle informatie
en concepten nodig bij het gebruik
van gebouw-elementen in het
AEC-FM domein voor alle mogelijke
use cases. De huidige focus van IFC
is gebouwen. Er wordt momenteel
gewerkt aan een IFC-uitbreiding voor
infrastructuur.
De Information Delivery Manual
(IDM, informatie levering-specificatie)
is complementair aan IFC en ook
uitgegeven door buildingSMART.
Het definieert de workflow en
informatie-uitwisseling specificaties
die nodig zijn voor een specifiek doel.
Binnen IDMs kunnen er Model View
Definitions (MVD) gespecificeerd wor
den die de randvoorwaarden aan een
IIFC-model vastlegt om de procedures
en informatiebehoeften beschreven
in het IDM te volgen. MVDs kunnen
heel specifiek en selectief zijn (om
een bepaald gordijn-muur systeem te
beprijzen) maar ook zo breed als het
gehele IFC-schema (om bijvoorbeeld
het gehele project te archiveren).
Voor software ondersteuning voor
IFC, worden in de praktijk de MVDs
geïmplementeerd om data vanuit
een native softwareformaat te expor
teren naar de in de MVD-beschreven
selectie van IFC. Het gaat dan vaak
om een selectie van het gehele BIM
ten behoeve van een specifieke
toepassing. Het complete en origi
neel van de data over een bouw
werk is daarmee alleen beschikbaar
in de software-omgeving waarin
het model is gemaakt. Binnen een
bepaald softwaresysteem wordt
het principe van één basismodel
ondersteund: met BIM-ontwerptools
kun je verschillende (selectie)views
uit een bouwmodel maken voor bij
voorbeeld het plannen van de bouw
of het berekenen van de stevigheid
van de constructie. Deze verschil
lende weergaven zijn automatisch
consistent en gebaseerd op dezelfde
object-instanties.