8 8 5.2.3 Bebouwingsnormen 10 Geo-lnfo 2020-2 Figuur 2 - Afleiden van geo-relevan te concepten (iech ts) van een collectie van voiumetrische elemen ten in een BiM (links). Omzetten van IFC naar CityGML en vice versa Voor hergebruik van BIM-data in geo- applicaties, en andersom zijn conversies nodig. We hebben gewerkt aan de conversie van IFC naar CityGML-LoDs (een model met dakvormen, deuren en ramen). Deze conversie maakt het bijvoorbeeld mogelijk om een BIM te gebruiken voor het updaten van een 3D stadsmodel of in een geo-analyse. Eerdere oplossingen converteerden alle IFC-elementeh naar CityGML. In onze aanpak daarentegen zijn een aantal geometrische bewerkingen ontwikkeld om de IFC-elemen- ten te versimpelen en aggregeren, waarna de resterende elementen een valide en werkbare L0D3 opleveren, begrensd door vlakken, zie figuur 2. Een probleem bij het ontwikkelen van een robuuste conversie is - naast het omzetten van parametrische beschrijvingen naar expliciete geometrie - het grote aantal geometrische klassen van IFC. Het ontwikkelen van een Cönversiemethode die alle mogelijke klassen ondersteunt, is niet haalbaar. Afspraken maken over dete-gebruiken geometrieën, en een zo specifiek mogelijke semantiek, is daarom een voorwaarde voor een succesvolle conversie methode. Merk op dat degene die een BIM beschikbaar stelt in IFC in de meeste gevallen geen invloed heeft op de inhoud en kwaliteit van het geëx porteerde IFC-model. Er wordt vaak gebruik gemaakt van een standaard-expert-functiona liteit die een black box is voor gebruikers. In een MSc onderzoek hebben we onlangs ook de conversie andersom ontwikkeld: van CityGML naar IFC om bijvoorbeeld een 3D stadsmodel in te laden in BIM-software. De methode voegt ook een referentiepunt toe met de georeferentie informatie uit het oorspronkelijke CityGML bestand. Casestudie in de praktijk Om meer inzicht te krijgen in hoe veronderstelde GeoBIM potenties in de praktijk wer ken, staat het proces voorde verlening van een bouwvergun ning - een veelvuldig genoemde use case voor GeoBIM - centraal in ons-onderzoek. Behalve enkele pionierende experimenten wor den in het huidige vergunningsverleningsproces in Nederland (net als in alle landen van onze samenwerkingen) PDF's, of zelfs papieren tekenin gen ingediend. Deze zijn vaak Wel gegenereerd uit een digitaal ontwerp maar niét in een geö- omgeving in te lezen. De PDF's worden interactief beoordeeld door de toetser bij de gemeente, waarbij - door tijdgebrek - vaak alleen op de meest significante regels wordt gecontroleerd. Bovendien bestaan er geen tools om metrische aspecten in PDF's te checken. Figuur 3- BIM van onze casestudie in Rotterdam, bron: Team VArchitectuur, www.teamv.nl. Daarom wordt bij de beoordeling vertrouwd op wat er in de tekeningen (afstanden, dimensies) en in de bijbehorende rapporten (zoals energie-performance, gebouwfysica berekeningen) wordt aangegeven. In een GeoBIM aanpak, kan een ingediend BIM deels geautomatiseerd en op veel meer aspecten worden gecontroleerd, zodat de toetser een meer vol ledige én waarheidsge trouwe controle kan doen. Bovendien wordt hef proces-objectiever, omdat het gebruik van data in (semi) automatische controles afdwingt om mogelijk interpretaties van regels te standaardiseren. Een (simpele) regel over maximale bouwhoogte stuit al op vragen zoals: welke nauwkëurigheidsbandbreedte hanteren we als we het BIM (mm-niveau) met de geo-omge-ving (dm/m-niveau) confronte ren? En hoe bepalen we de bouwhoogte van een BIM, welke elementen nemen we daarbij mee en wat hanteren we als nulpunt? In de praktijk gaat het om veel complexere régels waar vaak verschillende tegels tegen elkaar afgewogen moeten worden. Om dit beter te begrijpen, hebben we in een samenwerking met de toetsers van de gemeente Rotterdam een aantal relevante regels geselecteerd uit het bestemmingsplan van het Maritiem District: a a. De maximum bouwhoogte is 100 meter, met dien verstande dat deze gereali seerd mag worden met een onderbouw van maximaal 17 meter hoog en een opbouw van maximaal 50% van de oppervlakte van de onderbouw; b. Ter plaatse van de Boompjes 60-68 en de Boompjes 55-58 is boven de 17 meter een overkraging toegestaan van 5 meter aan de Boompjeszijde en 10 meter aan de zijde van de Hertekade. Voor de testcase gebruiken we het IFC-model van een nieuw ontworpen gebouw (zie figuur 3). Het vertalen van de regels naar een GeoBIM implementatie kan als volgt (voorbeelden zijn schematisch weergegeven in de figuren): 1 'Voor regels voor onderbouw, opbouw en overkragingen moet het gebouw worden opgedeeld in geometrlsch-rêlevante delen op basis van 'uitstulpingen' en footprints hiervan, zie figuur 4. 2. Voor de maximale hoogtebepaling is de intersectie met het terrein nodig (figuur 5). 3. Vervolgens kan de hoogte van de onder bouw worden bepaald (figuur 6, links) en de intersectie (oppervlakte) tussen onder bouw en opbouw (zie figuurö, rechts).

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2020 | | pagina 12