De wedergeboorte van e
Opinie
Zullen de mest-,fosfaat-, stikstof-,
biodiversiteit-, C02-, energie-,
droogte-en bodemcrises leiden
tot een herinrichting van het
landelijk gebied en een revival van
het ruilverkavelingsmechanisme?
De auteurs denken van wel.
32
2020-6
Door Pa ul van der Molen en
Martin Wubbe
Onze honderdjarige is de ruilverkaveling:
de eerste vrijwillige kavelruil in Nederland
'De Ballumer Mieden' (Ameland), in 1916. Nu,
honderd jaar later, is de ruilverkaveling opge
nomen als hoofdstuki2 in de Omgevings-
wet. In de tussentijd was de honderdjarige
onderworpen aan de Ruilverkavelingswetten
van 1924 (gewijzigd in 1938 en 1941) en 1954
(gewijzigd in 1975), de Landinrichtingswet van
198s, en de Wet Inrichting Landelijk Gebied
2007. De naamgeving van deze wetten is
niet zonder betekenis. Waar de wet van 1924
louter diende ter verbetering van de agrari
sche situatie, diende de wet van 1954 ook de
behartiging van 'andere belangen', althans,
zo zei minister Mansholt destijds, voor zover
die in overeenstemming waren met de
landbouw. De Landinrichtingswet 1985 gaf
de landbouw geen prioriteit meer. Die had
als uitgangspunt dat 'landinrichting strekt tot
verbetering van de inrichting van het lande
lijk gebied overeenkomstig de functies van
dat gebied,zoals deze in het kader van de
ruimtelijke ordening zijn aangegeven'. Deze
beleidslijn is gecontinueerd tot op heden.
Wat vindt de politiek van ruil
verkaveling?
Onder de vigerende wetgeving is Gede
puteerde Staten aan zet als het gaat om
inrichtingsvraagstukken. De wettelijke
ruilverkaveling is daar niet populair gebleken.
Slechts twee projecten zijn de afgelopen
jaren in uitvoering genomen, Schoonebeek
en Franekerdeel-Harlingen. Het lijkt erop dat
daarmee na een eeuw ruilverkavelen de situ
atie van 1916 terugkeert. Net als toen wordt
er door de overheid gemikt op vrijwillige
kavelruil, en net als toen is het Kadaster als
enige toegevoegde deskundige aan zet.
Het Kabinetsperspectief op de Nationale
Omgevingsvisie NOVI (Kamerstuk34682/6)
zegt'dat het landgebruik in balans moetzijn
en dat ruimtelijk opnieuw naar de functio
nele indeling van het landelijk gebied moet
worden gekeken, niet dominant vanuit de
land bouw functie, zoals bij de ruilverkaveling,
maar vanuit alle wensen en ontwikkelingen
die op het landelijk gebied afkomen'. In
haar opvatting over ruilverkaveling gaat de
regering blijkbaar nog uit van de ouderwetse
verkaveling uit de Wet van 1954.
Overleg met betrokkenen bij het opmaken van het plan in c
In gevallen waarin de overheid in meer
of mindere mate over onroerende zaken
moet kunnen beschikken om het algemeen
belang te behartigen, heeft vrijwilligheid op
basis van wilsovereenstemming de voorkeur.
Voor gevallen waarin wilsovereenstemming
uitblijft en een ingreep in de eigendom
of andere zakelijke of persoonlijke rechten
toch noodzakelijk is, moet aan onteigening
worden gedacht, vindt de regering.
Ge o-Info