3D Omgevingsmodel Geluid landsdekkend beschikbaar via PDOK Overheden moeten kunnen beoordelen of de geluidsbelasting op bijvoorbeeld een woonwijk binnen wettelijke limieten valt. Daarvoor moeten geluidsniveaus worden gesimuleerd. Het Kadaster, RIVM, RWS, IPO en TU Delft (3D Geoinformation) zijn in 2017 begonnen met een project om vanuit bestaande gegevens 3D-inputdata voor geluidsstudies te genereren, aansluitend op onze andere 3D-projecten (zoals bijvoorbeeld beschreven in de vorige Geo-lnfo). De algoritmes waren vorig jaar goed genoeg vooreen landsdekkende uitrol. Sinds februari 2021 is dit 3D-omgevingsmodel voor Geluid als open data via PDOK beschikbaar. 20 Geo-lnfo 2021-2 2021-2 Geo-lnfo 21 Door Jantien Stoter, Ravi Peters, Balazs Dukai, Tony Ba ving, Iris Reimerinken Rob van Loon De wereld is 3D en daarom wordt in veel simu laties al lang er gebruikgemaakt van 3Ü-data over onze leefomgeving,zoals in de domeinen hydrologie, luchtkwaliteit en geluid. Maar met het volwassen worden van 3D-datatechnolo- gieën is er meer mogelijk. Geluidssimulaties voor geluidsstudies Geluidssimulaties, waarbij geluidsbelasting op waamemingspunten wordt berekend, maken deel uitvan geluidsstudies. Deze geluids studies worden door overheden op allerlei niveaus uitgevoerd. Reproduceerbaarheid en betrouwbaarheid van de resultaten zijn voor deze studies belangrijk. Ook omdat het verifi ëren van de resultaten op basis van metingen van het geluidsniveau van een specifieke geluidsbron lastig is. Wanneer je bijvoorbeeld het geluidsniveau van een snelweg meet, weetje niet precies hoeveel andere omge vingsgeluiden je mee meet. Daarnaast kun je de effecten van toekomstige situaties niet meten, zoals varianten van een spoortracé of het plaatsen van een geluidscherm. Rekenmethode RIVM Voor de reproduceerbaarheid van de resul taten heeft het RIVM een standaard reken methode ontwikkeld voor geluidssimulatie. Voor geluid geproduceerd door verkeer, spoor en industrie is dit vastgelegd in Standaard Rekenmethode II (SRM II). Deze rekenmethode is geïmplementeerd in verschillende commer ciële software. De rekenmethode bepaalt hoe de geluidsoverdracht tussen geluidsbron en waamemingspunt berekend moet worden op basis van drie typen inputdata: 1) informatie over de geluidsbron, zoals de 3D-ligging van de weg en de verkeersinten siteit; 2) gegevens over de omgeving die de voort planting van geluid beïnvloeden; 3) de ligging van waarneempunten. Informatie over de bron is veelal aanwezig bij de organisatie waarbij de geluidsbron (weg, spoor) in beheer is. Maar het inwinnen en gereedmaken van de 3D-gegevens over de omgeving zou via een generiek beschikbare dataset gerealiseerd kunnen worden. Deze informatie over de omgeving noemen we in de rest van dit artikel: 3D Omgevingsmodel Geluid. De inhoud leggen we later uit. Versnipperde inwinning 3D-gegevens In huidige geluidsstudies worden 3D-gege- vens bij iedere studie opnieuw ingewonnen en geprepareerd voor gebruik, zelfs als er overlap in het studiegebied is. Dat is niet efficiënt. Het is ook niet consistent wanneer er steeds een nieuw omgevingsmodel moet worden gemaakt, want bij ieder inwin- en bewerkingsproces worden er net iets andere keuzes gemaakt. Dit leidt tot verschillen die invloed kunnen hebben op de resultaten. Bovendien is er, door het nu deels handmatige proces, weinig ruimte voor innovaties zoals een verbetering van de rekenmethode nu er betere 3D-data beschikbaar zijn dan toen de rekenmethode werd vastgesteld. Automatisch gegenereerde landsdekkende 3D-gegevens Daarom zijn we in 2017 een project gestart als samenwerking tussen geluid-experts én data- experts om de 3D-omgevingsgegevens voor geluidssimulaties automatisch te genereren uit bestaande, landsdekkende gegevens. We hebben hierbij gebruikgemaakt van BAG, BGT en het AHN en voor de gebouwen ook van puntenwolken die zijn gegenereerd uit meer recente luchtfoto's. In een eerder artikel in Geo-lnfo in 2018 hebben we de details beschreven van onze reconstructiemetho desvoor de verschillende lagen van het 3D Omgevingsmodel Geluid. Eind 2019 waren de resultaten goed genoeg voor een nationale uitrol. Hier hebben we in 2020 aan gewerkt. Dit heeft geleid tot de beschikbaarheid van deze gegevens op PDOK sinds februari 2021 (https://www. pd ok. nl/sd-i npu t-da ta -voor- ge lui dssi mul a ti es-versie-0.3.1). 3D-modellen van gebouwen Het3D Omgevingsmodel Geluid bestaatuit drie lagen. De eerste laag wordt gevormd door blokmodellen van gebouwen, gegene- Building Building model LoDl.2 LoDl.3 dak.type:? Legend _>*oint elouö of tr« roof f „Building oodcl 100ti percentile 95tn percentile _etr» aercentlle Figuur 1.3D-representatie van een gebouw op verschillende detailniveaus in 3D Omgevingsmodel Geluid. Voor het 3D Geluid model wordt, anders dan in dit figuur, het 70ste percent iel gebruikt als extrusiewaarde. reerd uit BAG-panden en puntenwolken. Een eventuele hoogtesprong (groter dan 3 meter) wordt ook gemodelleerd, zoals bij een huis met aangebouwde schuur. Dit is de zoge naamde LoDia-representatie zoals beschreven in ons artikel over 3D BAG (door tudelftsd) in de vorige Geo-lnfo (2021), zie ook Figuur 1. Het modelleren van significante hoogtesprongen is belangrijk voor geluidssimulaties, omdat huizen werken als geluidsschermen. Als BAG-panden met een hoogtesprong als een blok worden gerepresenteerd metéén hoogte (L0D1.2), wordt het geluidsafschermend effect voor deze panden op een verkeerde manier gesimuleerd. Bovendien kun je via de hoogte- sprongen de geluidwaarden op elke verdie ping van een gebouw berekenen. Modellen waarin schuine daken worden gemodelleerd (d.w.z. LoD2)zijn momenteel niet geschikt voor geluidssimulaties. Gebouwmodellen net als in 3D Basis voorziening De gebouwmodellen zijn dezelfde als de gebouwmodellen die gegenereerd zijn voor de 3D Basisvoorziening (www.pd0k.nl/3d- basisvoorziening). De reconstructiemethode hiervoor staat beschreven in ons artikel over 3D BAG inde vorige Geo-lnfo. Panden die nieuwer zijn dan de AHN3-puntenwolk zijn in hun geheel opgetrokken (als L0D1.2) op basis van puntenwolken gegenereerd uit (actuele) luchtfoto's. Deze puntenwolk is namelijk niet overal geschikt voor het algoritme om hoog tesprongen te genereren. Dit heeft onder andere te maken met de beperkte resolutie ingebiedenwaarniettelaaggevlogenmag worden,zoals rond Schiphol. De 3D gebouwen-laag van het 3D Omge vingsmodel Geluid bestaat uit 2D-polygonen met hun extrusiewaarden. Dit is zoals de geluidssimulatie-software de data inleest. Een pand met hoogtesprongen bestaat daarbij uit meerdere 2D-polygonen die via het BAG-ID gekoppeld kunnen worden aan het oorspron kelijke BAG-pand. Omdat de data 2D zijn, is gekozen voor het GeoPackage-dataformaat (en niet voor een 3D-dataformaat). Bepalen of kwaliteit voldoet voor geluidssimulatie De kwaliteit van de gereconstrueerde model len is grotendeels afhankelijk van de kwaliteit van de input-datasets. Deze kwaliteit bepaalt in welke mate het model geschikt is voor een geluidssimulatie. We drukken de kwaliteit uit in verschillende parameters die we tijdens de reconstructie uitrekenen, zoals het aantal punten dat gebruikt is per model. Maar voor geluid-experts (die geen data-experts zijn) is het niet vanzelfsprekend hoe deze informatie zich vertaalt naar toepasbaarheid in een geluidssimulatie. Daarom hebben we specifiek voor geluidssimulaties een attribuut toege voegd dat aangeeft in hoeverre kan worden gegarandeerd dat het model goed genoeg is voor geluidssimulaties. Gehanteerde kwaliteitswaarden en kwaliteitskenmerken De mate van toepasbaarheid van een 3D-gebouwmodel voor geluidssimulatie kent drie waarden: 1. het model is te gebruiken ('keep'). Dit geldt voor ongeveer 94% van de gebouwen. 2. het model is niet te gebruiken ('discard'). Dit geldt voor minder dan 1% van de gebou wen. 3. de kwaliteit moet worden gecontroleerd ('review'). Dit geldt voor ongeveer 5% van de gebouwen. Het kwaliteitskenmerk wordt grotendeels bepaald aan de hand van twee criteria:

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2021 | | pagina 12