Hoe ik ineens
coronacartograaf werd
Project Coronakaart
Als je mij in 2019 had verteld
dat ik anderhalf jaar later
bekend zou staan als maker van
pandemiekaarten van Nederland
en Europa, had ik je voor gek
verklaard. Toch overkwam dit mij.
Net als voor vele anderen was de
voorbije periode een ongekende
hallucinante ervaring die nog altijd
voortduurt.
8 I
Geo-Info I 2021-3
2021-3 1 Geo-Info
9
Door Jelmer Visser
Terug naar het begin. Januari vorig jaar. De
eerste berichten over een mysterieus longvirus
doken op in Wuhan. Dit onderwerp fasci
neerde me direct. Op dat moment werkte ik
als redacteur bij Dagblad Metro, dat toen nog
op papier verscheen. Dus ik had alle ruimte
om me flink in dit nieuws vast te bijten. De
Chinese overheid plaatste op 23 januari een
gebied ter grootte van Frankrijk onder een
dystopische lockdown. Aanvankelijk werd hier
wat laconiek op gereageerd in het Westen.
"Dat autoritaire China sluit mensen op in hun
huizen, dat zou hier nooit kunnen gebeuren.
Toch?"
Al meteen wilde ik weten waar dat virus zich
precies bevond. De John Hopkins Universiteit
was een van de eersten met een coronakaart
waarin het aantal besmettingen per land werd
aangegeven. In februari werd duidelijk dat
dit niet alleen een Chinese aangelegenheid
zou blijven. Iedere dag toonde de kaart meer
rode '2019-nCoV-stippen. Uitbraken volgden
in Singapore, Japan, Zuid-Korea, Iran... Toen
Italië in de derde week honderden diagnoses
meldde met de longziekte - die inmiddels was
omgedoopt tot COVID-19 - werd mij duidelijk
dat deze crisis Nederland niet zou overslaan.
Nog geen maand later waren de 'Chinese
toestanden' ook hier aan de orde van de dag.
Een man uit Loon op Zand
Na de ontwikkelingen in Italië nam ik direct
twee besluiten: ik legde mezelf strikt huisarrest
op voor onbepaalde tijd en ik ging de John
Hopkins-methode toepassen op de gemeen
tekaart van Nederland. Een week later werd
de eerste 'officiële besmetting' in Nederland
wereldkundig gemaakt. Project Coronakaart
was los. Het allereerste exemplaar van mijn
hand verscheen nog geen uur later; gemeente
Loon op Zand had een besmetting, vrij simpel.
Het eindresultaat plaatste ik op Twitter waar
ik meer en meer uitgroeide tot een soort
coronadeskundige.
In tegenstelling tot veel data-analisten en
cartografen, staat bij mij journalistieke impact
en grafisch ontwerp voorop. Hoewel design
nooit mijn voornaamste inkomstenbron was,
was ik wel thuis in Adobe Illustrator. Bovendien
pop ïubnolional region
hebben kaarten en atlassen mij al van jongs af
aan enorm geboeid. Toch was mijn werk aan
het begin allesbehalve efficiënt en hufterproof
te noemen. Handmatig inkleuren gaat nog
wel bij enkele tientallen gevallen, maar dit
veranderde binnen een mum van tijd in een
onmogelijke monsterklus vanwege de expo
nentiële stijging in het aantal besmettingen.
Hier moest iets veranderen.
Na wat hulp van mijn volgers en een spoedcur
sus QGIS met behulp van online tutorials, kon
ik medio maart de ruwe RIVM-data in een paar
handelingen omzetten in een coronakaart. Snel
gepiept! Toch vond ik het eindresultaat vanuit
mijn ontwerpersbril absoluut onvoldoende. Het
open-sourceprogramma bood wel een aantal
mogelijkheden om de kaarten fraaier te maken,
maar in Illustrator kon dit veel sneller en mooier.
Zo werd de workflow geboren die ook nu nog
de basis vormt: data ophalen bij het RIVM, kop
pelen aan GM-codes in Numbers (de Mac-versie
van Excel), importeren in QGIS, finishing touch
in Illustrator. En dat iedere dag opnieuw in de
eerste twee maanden. De aanvankelijke kritiek
dat ik een 'paniekzaaier' was en het allemaal
wel meeviel, verdween steeds meer naar de
achtergrond.
Over grenzen heen kijken
Hoewel de coronakaarten door velen
werden geprezen om hun overzichtelijkheid
en snelheid, was er ook kritiek vanuit het
vakgebied. Omdat ik gemeenten al sinds dag
1 in gekleurde vlakken afbeeldde, overtrad ik
blijkbaar een cartografieregel. Bij een pande-
mie zou gewerkt moeten worden met bollen
variërend in grootte. Toch was de grafisch
ontwerper in mij het hier allesbehalve mee
eens: een kaart met meer dan 300 gemeenten
transformeert zo toch direct in een grote
confetti-chaos?
Mijn aanpak bleek niet alleen grafisch maar
ook praktisch juist te zijn. Absolute aantal
len verdwenen meer en meer naar de
achtergrond. Eind maart verscheen naar
Duits voorbeeld de eerste incidentiekaart
met het aantal besmettingen per 100.000
inwoners. De dagmodus werd omgeruild
voor nachtmodus omdat ik dit veel strakker
vond ogen. Ondertussen begon mijn status
als 'coronakaartenkleier van Nederland' snel te
groeien. Niet alleen via Twitter, maar ook via
het Telegramkanaal Coronakaart Nederland.
Mijn ontwerpen boden vele volgers een stukje
dagelijkse zekerheid in een periode waarin de
hele samenleving in een van de pot gerukte
dystopie leek te transformeren. Begin 2020
had ik 6.000 volgers en in april waren dit er
ruim 13.000.
Moeders stellen soms best intelligente
vragen. Zo ook die van mij tijdens de eerste
'intelligente lockdown'. "Jelmer, op jouw
kaarten zie ik best grote verschillen tussen
Noord-Brabant en de rest van Nederland. Is
dat in andere landen ook zo?" Het antwoord
kon ik niet geven. Subnationale data waren
wel beschikbaar, maar op de wereldkaarten
werden alleen absolute aantallen op nationaal
niveau getoond. Toch intrigeerde de vraag me
wel. Was het niet mogelijk om deze subna
tionale cijfers 'aan elkaar te plakken' op een
Europese provinciekaart? Ja dat kon, al was het
allesbehalve eenvoudig. Maar omdat ik door
mijn toenmalige kluizenaarsbestaan en gebrek
aan klussen toch niet echt veel om handen
had, besloot ik het toch te doen. Hoe? Door
de data van alle afzonderlijke regeringssites en
nieuwsmedia af te plukken.
Corona in Europa
Op 1 mei verscheen de allereerste Europese
coronakaart met de data op NUTS2-niveau
(Nomenclature des Unités Territoriales
Statistiques van Eurostat) uit Nederland, België,
Frankrijk, Duitsland, Italië, Oostenrijk, Zwit
serland, Spanje, Portugal, Tsjechië, Verenigd
Koninkrijk, Ierland, Scandinavië en de Baltische
Staten. In de maanden daarop kwam ik niet
alleen nationaal, maar ook internationaal op
de kaart te staan. Met de hulp van een vijftal
trouwe jonge nieuwsnerds werd het mogelijk
om iedere week een Europese coronakaart te
maken. En om ook nog een artikel te schrijven
voor mijn nieuwe coronarubriek op innovatie
platform Innovation Origins. Erkenning kwam
allang niet meer alleen via Twitter, mijn
naam verscheen eveneens in de Volkskrant,
meerdere regionale dagbladen en op de
lijst van de Nederlandse Rijksoverheid met
coronabronnen.
Aan de fundamentele insteek is nooit iets
veranderd. De coronakaarten moesten vooral
toegankelijke informatie bieden. Vorm speelde
hierin een even grote rol als inhoud. Eigenlijk
ging er nauwelijks een week voorbij waarin
het ontwerp niet verder werd gepolijst.
Om mijn werk interactiever te maken, werden
in de zomer zogenaamde schuifkaarten
geïntroduceerd waarin je de coronastatus in
de huidige week met een sleepbeweging kon
vergelijken met de week ervoor. Dit bleef niet
onopgemerkt over de grens, zo was te zien
aan de commentaren in talen als het Pools,
Duits, Frans, Engels, Fins en Bulgaars. Zelfs in
Australische nieuwsmedia werden de kaarten
van ene Jelmer Visser uit Enschede getoond,
een soort wereldreis zonder zelf de deur uit te
gaan.
Tot juni 2021 verschenen op Innovation
Origins (innovationorigins.com/nl) en de
sociale media-kanalen de coronakaarten van
Nederland en Europa. Wat mij vooral opviel,
is dat pandemieën eigenlijk helemaal niet zo
onvoorspelbaar zijn. Op basis van de data uit
het verleden kan het heden prima worden
verklaard. En als je maar lang genoeg data
bijhoudt, heb je een solide basis voor voor
spellingen van de nabije toekomst. Omdat
de cijfers van tientallen landsdelen met elkaar
vergeleken werden, kon je ook vrij duidelijk
zien wat het effect was van nieuwe maat
regelen, vakanties of versoepelingen.
De zinderende corona-rollercoaster
Omdat ik nog altijd niet beschikte over de
vaardigheden om het data verzamelen te
automatiseren, ging hier telkens meer tijd in
zitten. De reeks werd afgesloten met een set
speciale Benelux-kaarten waarin vergelijkingen
met Duitsland, Groot-Brittannië en Zuidwest
Europa gemaakt werden. Daarnaast speelde
het continent Zuid-Amerika eenmalig de
hoofdrol in mijn coronakaartenreis, die ook in
het Spaans vertaald is.
Van een gekleurd vlak in Loon op Zand naar
cijfers van Vladivostok tot Patagonië. Corona
was niet alleen epidemiologisch, maar in mijn
geval ook cartografisch uit de hand gelopen.
Het was een zinderende, intense en interes
sante rit waarin ik mezelf verrijkte met een set
vaardigheden die mij ook na de pandemie
enorm zullen helpen. Volgende keer vraag
ik alleen wel direct hulp van iemand die kan
programmeren en daadwerkelijk kan werken
in QGIS.
Dat deze autodidactische aanpak niet bepaald
netjes en efficiënt was, mag de pret niet
drukken. Cartografie groeide voor mij uit tot
een vorm van artistieke expressie. Uitdagend,
maar ook wel lichtelijk verslavend, dat kaarten
bouwen.
Uiteindelijk is het net als bij meer dingen: een
kwestie van beginnen, kilometers maken en
volharding. Niet proberen, maar doen.