Verscheidene lezers zullen zieh wellicht herinneren dat in 1959
door de Kartografische Sectie is ingesteld een "commissie voor
de bestudering van de vakopleiding voor kaarttekenaar en karto-
graaf". Deze commissie bestaat op het ogenblik uit de heren
M.J.J.Flink (voorzitter)M, de Smit (secretaris)J.Ooms en
J.Pasman, terwijl voordien lid zijn geweest E.G.Messen,
F.G.C.Rothuizen en J.Schokkenkamp.
Deze commissie, die veel actiever geweest is dan u denkt, heeft
thans twee belangrijke gedeelten van haar werkzaamheden klaar.
Ten eerste een oriSnterende enqu§te betreffende de in Nederland
bestaande situatie (1959~6o), en ten tweede het vastleggen van
haar denkbeeiden in een studieprogramma.
Dit plan wordt u hierbij voorgelegd, met het dringend verzoek
het zeer kritisch te bekijken en uw bevindingen - kritiek of
aanvullingen of bevreemding - mede te delen aan de secretaris
van de commissie, M, de Smit, 124 Laan van Poot« den Haag;
tel. 330.385 thuis, 183.369 bureau.
De commissie stelt voor een opleiding in drie afdelingen, te
wetens I Kaarttekenaar, II Kartograaf, topografische en
geografische richting, en III Kartograaf, landmeetkundige
richting.
De plannen voor deze drie afdelingen zijn als volgt:
I
Kaarttekenaar
Gewenste vooropleiding s Mulo a of b of hieraan gelijk te
stellen opleiding.
1. Inleiding tot de theoretische kartografies
a. Enkele belangrijke feiten uit de geschiedenis van de
kartografie.
b. Afmetingen van de aarde, geografisch coördinatenstelsel
schaal, enige oriSnterende kennis ten aanzien van kaart-
projecties,
c. Kennis van kaartelementen, kaartlezen (kaartinterpretatie)