Vooropleiding: vereist Mulo b of hieraan gelijk te stellen op- leiding; gewenst HBS b of hieraan gelijk te stellen opleiding. 1, Theoretische kartografie: a. De geschiedenis van de kartografie. b. Afbeeldingsleer c. Kennis van de kaartelementen, kaartlezen (kaartinter- pretatie) d. Kaartsoorten en hun functies. e. Kennis van het generaliseren. f. Speciale kartografie: o.a. leer van de thematische kaar- ten, globes, terrein- en reli'öfmodellen, blokdiagrammen, statistische kaarten, dia- en kartogrammen. 2, Documentatie: Bronnenkennis en het verzamelen, overdragen en opbergen van kaartgegevens. 5. Theoretische kennis van druktechnieken, fotografische repro- ductiemethoden, kopieermethoden, fotolithografische methoden. 4, Enige kennis van landmeetkundige begrippen en kaarterings- methoden, met inbegrip van de betekenis van de luchtfoto. 5. Kennis van de topografie van ffederland en enige kennis van de topografie van de rest van de aarde, 6, Enige oriSnterende kennis van de geografie en de geologie, 7. Kennis van de meest voorkomende teken- en graveermaterialen: potloden, pennen, graveergereedschappen, penseien, Schablo nen, driehoeken, inkten, verven, kleefStoffen, radeernaalden, papier- en plastictekeningdragersgraveerlagen, steen, zink, glas enz, 8. Vaardigheid in het tekenen, inkten en graveren van kaarten op verschillende schalen en materialen: Tekenen, inkten, graveren en kleuren van technische, topo- grafische en geografische kaarten, kaarten voor bijzondere doeleinden. 9, Vaardigheid in het maken en plaatsen van kaartschrift met de hand en längs mechanische weg: Voorwaarden waaraan de plaatsing van het schrift moet voldoen. Het kunnen tekenen van verschillende soorten schrift met de hand en met Schablonen. Het monteren van mechanisch vervaardigd schrift.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kaartbulletin | 1961 | | pagina 5