- 10 - reproduktie tussen door moet zeilen. Voor wij verder spreken over de basis van waar uit kaart- schrift en belettering beoordeeld kunnen worden (6), zou ik er aan wil len herinneren, dal gedurende hei eerste deel van deze eeuw een groot aantal kaarten uit de hand beletterd zijn door kartografen, tekenaars en graveurs. Aangezien slechts T/einige van deze mensen werkelijk benul hadden van het ontwerpen van letters, bevatten veel van hun kaarten lettertypen en lettervormen die iedere indeling tarten. Het handboek van de amerikaanse topografische dienst, "Topographie Instruction of the United States Geological Survey", gebruikt in zijn aanwijzingen voor lettertekenaars alleen termen als "blokschrift""schreefloos""romein" en "cursief kapitaal" (7). De engelse topografische dienst gebruikt woor- den van dezelfde aard (8)» Een amerikaanse tekst bezigt termen als inclined gothic en "italics" (9)» Enkele amerikaanse lichamen, zoals de Army Map Service, het Bureau of Plant Industry en het State Department, verwerken voorgezet senrixt uit boekdruklettersZover bekend gebruikt in Amerika alleen de National Geographie Society een eigen, voor haar kaarten ontworpen Schrift (10). Het aanwenden van boekdrukschriftop film in de kaartoriginelen geplakt, is thans algemeen gebruikelijk. Voor de oorlog was het plakken van kaartschrift zeer bewerkelijk, terwijl bovendien de reproduktie bepaald een probleem bleef. Thans bestaan deze hindernissen niet meer, zijn althahs door nieuwe technieken heel wat kleiner geworden. Fotografische zetmachines bieden zelfs al weer wijdere perspektieven. Het vraagstuk van de schriftkeuze wordt hierdoor geweidig vergroots de karto- graaf heeft nu, in theorie, de beschikking over bijna oneindig veel ver- schillende Schriften. Xaartbelfettering .is een zeer uitgebreid terrein. In de eerste plaats heeft de kartograaf de vorm van zijn letters te bepalen. Er zijn een oneindig aantal mogelijkheden, van enerzijds zelf getekend Schrift tot anderzijds de letters van gieterijen en letterontwerpers. AI deze typen verschillen weer in leesbaarheid, geeigendheid, bouw, in algemeen karakter ook, in gevoelssfeer. Vervolgens heeft de kartograaf te beslis- sen over de grootte, want tenslotte is ook de beste letter zinloos als hij niet te lezen is. Verschillen in grootte (lettercorpstussen namen zijn erg belangrijk voor de algemene leesbaarheid van de kaart, en voor een zuivere en zinrijke reliefwerking in het gehele schriftbeelds het in het oog Valien van, laten we zeggen, A-namen t.o.v. B-namen. Geheel hiermee verweven is uiteraard de kwestie van de kleur van schrift en ondergrond, deze twee wezenlijke factoren der leesbaarheid.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kaartbulletin | 1961 | | pagina 11