- 11 -
Deze en enkele andere aspecten van de kaartbelettering zijn
weliswaar wetenschappelijk onderzocht, maar helaas zelden door kartografen.
Hoewel de bevindfngen dus niet altijd onveranderd in de kartografie
bruikbaar zijn, zijn er niettemin een aantal algemene principes in te
vinden die als ricntlijn "te georuiken zijn bij de beschrifting van
kaarten.
Aantekeningen s
1Erwin Raisz, General Cartography (New York en Londen, 1938),
blz. 156. In de uitgave van 1948, blz. 133» in enigszins andere bewoordin-
gen hetzelfde.
2« vSi- Eckert-Greifendorff, Kartographie (Berlijn, 1939), blz.26.
3° Vgl. Eckert-Griefendorff, Die Kartenwissenschaft, dl. I (1925),
blz. 347j waar hij Peucker citeerts "het sclirift behoort bij de kaart,
zoals de spraak bij de mens".
4« J-G. Withycombe, Lettering on Mapsins Geog. Jour.LXXIII
(1929), blz. 429-446, i.h.b. blz. 432.
5. M.T. Monsen, Importance of Type in Lithography, ins The
Lithographer's Manual (New York, 1940), blz. 72.
60 In "Tlie look of Maps", waaruit deze vertaling is, staan, zoals
gezegd, drie essays over kaartlettering. Wij hopen in volgende Kaartbulle-
tins de twee andere in nederlandse bewerking te kunnen opnemen.
7" Birdseye, Topographie Instructions, ins Geological Survey,
Bull. 788 (Washington, Dept. of the Interior, 1928), blz. 332 en vlg.
8° Withycombe, Lettering on Maps5 aant. 4 hierboven.
9- Raisz, Cartography; aant. 1 hierboven, blz. 156 en vlg. (uit
gave 1948, blz. 133 en vlg.).
0De National Geographie Society heeft haar eigen kaartschrift
ontworpen. De fotografisch gezette namqn worden op film gebracht, geplakt
...en het resultaat is een kaartlettering met het voorkomen van getekend
schrift en de precisie van drukletters. Zies Wellman Chamberlin, The
Round World 011 Fiat Paper (Washington, 1950)
(nederlandse vertaling van J.E. Romein).