- 21 -
AANTEKENIUGEN
1) Zie zijn opstels "Sur la construction des Cartes Geographiques",
dat met de in de tekst aangehaalde woorden begintj in: "Nouveaux
Memoires de l'Academie Royale des Sciences et Belles-Lettres,
Annee MBCCLXXIX, p.161. Berlin MDCCLXXXI(1781)
2) De zwaartekracht is de resultante van de aantrekkingskracht
van de aarde en van de middelpuntvliedende kracht van de om-
wentelende aarde.
3) Be verticaal in een punt op het aardoppervlak is de richting
van de versnelling van de zwaartekracht in dat punt, welke
richting door een vrijhangend schietlood wordt aangegeven.
4) Het horizontale vlak in een punt is het raakvlak aan het niveau-
vlak door dat punt.
5) Een denkheeldig punt, dat naar heneden gaat en overal de rich
ting van de daar ter plaatse hestaande verticaal zou volgen,
beschrijft een kromme lijn, de z.g. loodli.jn. Be raaklijn aan
deze loodlijn in ieder punt is de daar ter plaatse geldende
richting van de verticaal. We weten niet of de schietlood-
richting de aardas snijdt of dat ze scheluw is t.o.v. de
aardas. In het algemeen zal het laatste het geval zijn.
6) Be normaal in een punt van het ellipsoi'devlak is de richting
loodrecht op dat vlak in genoemd punt.
7) "Baar de richting van het schietlood primair is en de
z.g, afwijking pas ontstaat, zodra we de geoi'de gaan vergelij—
ken met een ellipsoide, zou men heter kunnen spreken van de
afwijking van de normaal ten opzichte van de schietloodrich-
ting" (Bruins)
8) Een cirkel op het boloppervlak gelegen en waarvan het middel-
punt niet samenvalt met het middelpunt van de hol, heet een
kleine cirkel.
(9) Alle vlakken door de verticaal van een punt op het aardopper
vlak noemen we verticaalcirkelvlakken. Bevat het verticaal-
cirkelvlak van de plaats van waarneming de poolrichting, dan
is dit verticaalcirkelvlak het meridiaanvlak.
(10) In enige landen gebruiken of gebruikten de topogarfische
diensten een 'nationale' nulmeridiaan. Prankrijks Parijs,
2 20 14 O.L. van Greenwich; Buitslands Ferro, 17° 39 46
O t It