- 23 - de betreffende hyperbolen kan aflezen en aanprikken. Hierdoor is het dus mogelijk dat groepen van waarnemers op verschil- lend gebied, topografen, geologen, geofysici in een dergelijk gebied onafhankelijk van elkander en zonder dat een eigenlijke kaart voorbanden is, kunnen werken. Practisch toegepast ia deze methode b.v. voor een hydrografische opneming van de wateren ten zuiden van Nederlands Nieuw Guinea, terwijl ook de Rijkswaterstaat bij de werken van het Delta-plan van het decca-systeem gebruik maakt. (vgl. "Deltawerken", driemaande- lijks bericht, februari 1959» 7, blz. 5"10, me"t 1 krt. en 5 afb.) Het genoemde deccatoestel levert alleen de plaats van de punten waar gewerkt wordt, waar de ontvanger met de deco- meter opgesteld is. Voor de hoogte maakt men gebruik van barometrische hoogtemeters, voor zover het om topografische of geologische opnemingen te doen is; zij geven wel niet zo nauwkeurige resultaten als de waterpassing, maar voor het doel veelal voldoende. In de laatste jaren doet men proeven met een radar-altimeter, hoogtebepaling van uit een vlieg- tuig met behulp van een e'cho-apparatuur. Heeft het vliegtuig bovendien een decca-navigatietoestel aan boord, dan kan de navigator, indien in het gebied een "decca-chain" aanwezig is, ook 3ijn positie bepalen. (13) De waarden van de elementen van enige ellipsoi'dens b. Bessel, 1841 6.377.397,2 6.356.079,- 1 299,15 Glarke, 1866 6.378.206,4 6.356.583,8 1 294,98 Clarke, 1880 6.378.249,2 6.356.515,- 1 293,47 Hayford, 1909 6.378.388,- 6.356.911,9 1 297,- Krassowsky, 1940 6.378.245," 6.356.863,- 1 298,3 a. üaam van de ontwerper, jaar b. Ifalve lange as in meters c. halve körte as in meters d. afplatting a-b s a Lengte van een meridiaan - resp. parallelgraad op verschil- Si 0. d.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kaartbulletin | 1962 | | pagina 23