-8-
4. Is de minister niet van oordeel, dat wanneer te zijner tijd gestan-
daardiseerde buitenlandse geografische namen beschikbaar zullen
komen, in het bijzonder de namen uit landen met niet-Latijnse schrift-
systemen, belangrijk kunnen afwijken van de thans in Nederland ge-
bruikelijke en dat aldus de spellingverwarring nog groter zal wor
den?
5. Is de minister, indien de vorige vraag bevestigend wordt beantwoord,
bereid op de in een nabije toekomst bijeen te roepen "Internationale
V.U.-conferentie inzake internationale samenwerking bij de standaar-
disatie van geografische namen" dit proces der standaardisering,
waaraan zowel in brede kring hier te lande als in het buitenland
zozeer behoefte bestaat, door positieve bijdragen van Nederlandse
zijde te beinvloeden, b.v. door een eenvoudig Engels transcriptie-
systeem te bepleiten?
6. Is de minister, gezien de gecompliceerdheid van de geografische
spellingsproblematiek, alsnog bereid een commissie ter zake in het
leven te roepen, gelijk zij al bestaat in verschillende andere lan
den, zoals West-Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Polen, de
Sovjet—Unie, Indonesie en de Verenigde Staten van Amerika?
Antwoord nog niet binnen