- 15 -
diameter van ongeveer twee cm in de grond, dikwijls in trottoirs en
wandelpaden, met de bovenkant in het maaiveld. Ten behoeve van een
fotogrammetrische opneming worden bovendien duidelijker tekens op de
grond aangebracht zoals zwart-witte cirkelvlakken met een spijker als
middelpunt, het hoekpunt. Bit zijn de paspunten bij het uitwerken van
de foto's door middel van kaarteringsinstrumenten.
De uitkomsten van de secundaire driehoeksmeting versehenen als: "Rijks-
driehoekmeting 1885-1928. I. Staten van waarnemingen en uitkomsten.
II. Rechthoekige coördinaten", Delft 1929« De uitkomsten van de pri-
maire driehoeksmeting werden er tevens in opgenomen. De lijst van de
rechthoekige coördinaten bevat 3732 punten. Deze worden in die uitgave
op grond van hun nauwkeurigheid verdeeld in: hoofdpunten 1—7Tj tus-
senpunten (78-180), secundaire punten van de eerste rang (181-731)»
secundaire punten van de tweede rang (732-3497) en overige punten
(3498-3732). Verder is nog versehenen: "Rechthoekige coördinaten,
Supplement 1930-34"» en zijn publicaties met nieuw berekende punten en
aanvullingen versehenen, o.a. in 1931, '33, '35 en '37. Met de invoe-
ring van het kaartsysteem voor het publiceren van de coördinaten (zie
slot II.4.2.) zijn deze uitgaven gestaakt.
II. 4. 2. Het leggen van een meetkundige grondslag alleen is niet
voldoende. Zullen de daarvoor verrichte werkzaamheden, zowel in het
veld als op het kantoor vruchten dragen, dan is het nodig de netten,
zowel het driehoeks- en veelhoeksnet als dat van de verkenmerken, in
stand te houden en voortdurend op hun juistheid te controleren. Boven
dien heeft een subcommissie van de Rijkscommissie voor Geodesie tot
taak te onderzoeken in hoeverre het Nederlandse driehoeksnet en de bij
houding daarvan (zie beneden) kunnen worden gemoderniseerd.
Door menselijk ingrijpen en door de natuur kan verandering optreden in
de coördinaten van een punt of kan een punt geheel verloren gaan. In
het mijngebied van Zuid-Limburg konden met zeer grote waarschijnlijk-
heid afwijkingen tot 1 meter worden vastgesteld, als gevolg van bodem-
verschuivingen. Zo is, in verband met klachten over onbetrouwbaarheid
der punten, het gehele mijngebied opnieuw ingemeten met behulp van een
secundair driehoeksnet, aansluitend aan punten van de eerste orde
(übagsberg, Sittard en Echt, 1951-
Het in stand houden van het triangulatienet is opgedragen aan de in