- 18 -
(5) Voor het begrip vervorming zie men o.a.s "Kaartprojecties beschouwd
uit een hydrografisch oogpunt", door J.Th.Verstelle, een uitgave van
het ministerie van marine, afdeling hydrografie, s-Gravenhage 1951s
en wel het eerste hoofdstuks Inleiding, hlz. 1-12 en het tweedes
Vervorming, hlz. 13-25» En ten tweede: "Kartographische Netzenwürfe",
door K.-H.Wagner, Leipzig 1949» Eerste hoofdstuk: Allgemeine Theorie
der Abbildung zweier Flächen, 1. Problemstellung, 2. Die Verzerrungs
verhältnisse, blz. 9-30. Een tweede foto-druk van dit boek is in 1962
versehenen.
(6) "Het natuurlijke 'waterpasvlak' van plas, kanaal of zee is uiter-
aard de oorsprong van alle waterpassingen. In oudere boeken vindt men
vermeld, hoe door stilleggen van de bemalingen.op windstille dagen
een toestand van rust in de kanalenstelsels werd ingesteld, gebieds-
gewijs de peilschalen op een gemeenschappelijk nulpunt werden gebracht
en de verschillen met andere gebieden werden opgemeten. In het bijzon-
der werd zulks gedaan bij dichtgevroren kanalen, zgn. 1over het ijs
waterpassenHaar mag worden aangenomen zal de verspreiding van het
Amsterdams Stadspeyl wel daarin zijn eerste natuurlijke grond vinden".
(Wemelsfeider)
De geschiedenis van het Amsterdams Peil gaat terug tot voor 1624. Men
sprak toen van "de Peyl". In 1670 heet het Stadspeyl, en toen het ge-
bruik ervan algemener werd en over geheel Holland en delen van andere
provincies zieh uitstrekte, ontstond de uitdrukking Amsterdams Peyl.
In 1682 liet burgemeester Hudde in een achttal sluis- en brugwerken een
marmeren steen metseien, voorzien van een horizontale groef op "Zeedyks
Hooghte zijnde negen voet vyf duym boven Stads Peyl". In de loop
der jaren zijn verscheiden dezer peilmerkstenen door verschillende oor-
zaken verdwenen. In 1875 waren er nog vijf van de acht stenen over, nl.
in de oude Haarlemmersluis (in 1884 gesloopt), de Nieuwe Brugsluis, de
Kolksluis (bij de Schreierstoren), de Kraansluis en de West-Indische
sluis. In 1930 waren er nog vier stuks aanwezig. In 1944 was het aantal
van acht stenen geslonken tot twees in Eenhoornsluis en Nieuwe Brug
sluis.
In 1955 heeft de onderafdeling Landmeten van de Dienst der Püblieke
Werken en Stadsontwikkeling van Amsterdam (in overleg met de afdeling
Grondmechanica) op de Dam een nieuw ondergronds peilmerk aangebracht
ter vervanging van de steen in de Nieuwe Brugsluis waarover In de tekst
al het een en ander is medegedeeld.