- 22 - Opleiding kartograaf geografische en landmeetkundige richting KAR 'TO GRAAP geografische richting (definitief ontwerp) Gewenste vooropleiding; Vijfjarige hhs of vergeli jkbare opleiding Vereiste vooropleidings Mulo A of B of vergelijkhare opleiding Teoretisch gedeelte A Landmeetkunde 1 De betekenis van de Rijksdriehoeksmeting en het N.A.P. 2 De betekenis van hoekmeetinstrumenten, benevens hun voornaamste regelingseisen, en van de meetkundige grondslag. De begrippen achterwaartse insnijding, voorwaartse insnijding en veel- hoeksmeting, detailmeting, veldwerken en kaartering. 3 Methoden van kaartering; passer, transversaalschaal, coördinatograaf 4 De betekenis van de fotogrammetrie. De begrippen enkel- en dubbel- beeldsfotogrammetrie, paspunten, vereffening. Enkele van de voornaam ste kaarteringsinstrumenten en hun eigenschappen. Potolezen, ook met stereoscoop. De betekenis van de luchtfoto voor foto-interpretatie voorbeelden) 5 Doorgaande-, profiel- en vlaktewaterpassing. De betekenis van water- pasinstrumenten, barometer en tachymeter, alsmede h\an voornaamste regelingseisen. 6 De begrippen raaien- en poolcoördinatenmethode, alsook het gebruik van de luchtfoto, bij waterpassen. 7 Berekening en kaartering van profiel- en vlaktewaterpassing. B Kennis van gereedschappen en materialen 1 Teken- en graveermaterialen (potloden, pennen, driehoeken, sjablonen e.d. 2 Papieren- en plastic-tekendragers, graveerlagen. 3 Inkten, verven, penseien. 4 Kleefstoffen, radeermaterialen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kaartbulletin | 1964 | | pagina 28