- 5 -
Het spreekt vanzelf, dat men het driehoeksnet tegen verloren gaan
heeft verzekerd, en wel door op een of andere wijze de driehoeks-
punten te markeren door het plaatsen van blijvende merktekens. Bij-
voorheeld Bronzen "beuten, vastleggingshouten genoemd, "beneden in
kerktorens waarop hoekmetingen zijn verricht. Van zulke houten wordt
de plaats nauwkeurig vastgelegd. Om de torenspitsen nog "beter te
verzekeren worden in de laatste jaren nog verdere vastleggingen ge-
plaatst, meestal buiten het torenlichaam, teneinde verzakkingen
hiervan te kunnen körnigeren, AI deze gegevens zijn verzameld in het
"Register van vastleggingen 1885-1934" van de Bijhoudingsdienst der
Rijksdriehoeksmeting, Algemene Landsdrukkerijs-Gravenhage 1936
(raet aanvullingen, zie verder II.4.1. laatste alinea).
II. 1.2, De noodzakelijke astronomische waarnemingen voor de vast-
legging van het driehoeksnet (breedte-, azimut- en lengtebepalingen,
zie 1.4.3. werden in 1893 uitgevoerd op het punt Ubagsherg, dat deel
uitmaakte zowel van het Rederlandse en Belgische als van het Duitse
driehoeksnet. Deze waarnemingen zijn later nog gevolgd door breedte-
en azimuthepalingen op verscheiden andere punten van het primaire
driehoeksnet. De waarnemingen en de uitkomsten op het punt Ubagsherg
zijn medegedeeld in "Determinations de latitude et d'azimut dans les
Pays-Bas", Delft 1904» en "Determinations de la longitude, de la lati
tude et d'un azimut Ubagsherg en 1893"» Delft 1905« Bit zijn uitgaven
van de Rijkscommissie voor Grondmeting en Waterpassing.
Door middel van de hoeken en de zijden van het driehoeksnet op de
ellipsoide zijn die waarden herleid tot de breedte van het punt
Amersfoort en het azimut Amersfoort-UtrechtHet driehoekspunt Amers-
foort-Lieve Vrouwetoren (stang onder de windvaan), het centrale punt
van de kaartering van Nederland, ligt op de breedte van 52° 91 22",
178, terwijl het azimut Amersfoort-Utrecht is 248° 35' 19", 891Door
deze gegevens en door de lengte van het punt Amersfoort, 5° 23' 15"»
500 oosterlengte, is de orientering en de plaats van het net op de
ellipsoide ten opzichte van de evenaar en van de internationale meri-
diaan van Greenwich vastgelegd.
II. 1. 3. Ten tijde van de hoekmetingen voor het primaire driehoeksnet
beschikte men niet over een toestel voor een basismeting, teneinde de
lengte van de driehoekszijden te kunnen berekenen. Als basis werd daarom