- 7 -
II. 1. 5. De zijden van het vereffende ellipsoidische driehoeksnet
zijn naar het platte kaartvlak overgehracht door tweeledige overbren
ging, door zgn. dubbelprojectie. De eerste overbrenging is de conforme
overbrenging van het net van de ellipsoide naar een in het midden van
Wederland rakende hol. Berekeningen van Prof. Heuvelink hebben nl. ge-
leerd dat door de bijzondere omstandigheid dat ons land zieh slechts
over een zeer klein deel van het aardoppervlak uitstrekt, het vereffen
de Wederlandse ellipsoidische driehoeksnet behandeld kan worden - wat
de hoeken en zijden betreft - alsof het gelegen was op een hol waarvan
de straal gelijk is aan de gemiddelde kromtestraal (4) voor dat punt
van de ellipsoide dat samenvalt met het centrale punt van de kaart
(het punt Amersfoort). De conforme afbeelding van de ellipsoide op de
bol houdt in, dat de op aarde gemeten hoeken onveranderd als hoeken
van het driehoeksnet op de bol overgaan.
Het boloppervlak is niet zonder meer in het platte kaartvlak af te
beeiden. De onvermijdelijke fouten (in het algemeen vervorming genoemd
(5) en gevolg van het feit dat het vlak van de ellipsoide, en 00k van
de bol, niet ontwikkelbaar is op een plat vlak) kunnen echter met be-
hulp van een geschikte kaartprojectie binnen bepaalde grenzen gehouden
worden. Zie verder het hoofdstuk 17 over De Topografische kaart van
Wederland, dat in een van de körnende Kaartbulletins zal verschienen.
Wat nu deze tweede overbrenging betreft, voor de berekening van de
afbeelding van het sferische driehoeksnet in het platte vlak, anders
gezegds voor de omrekening van de geografische coördinaten op het
platte vlak (zie 1.4.4.heeft men gebruikt de stereografische of
(scheve) conforme azimutale projectie. Vergelijks "Wederlandsche Rijks-
driehoeksmeting. De stereografische kaartprojectie in hare toepassing
bij de rijksdriehoeksmeting", door Hk. J. Heuvelink, Delft 1918.
De rechthoekige coördinaten zijn gepubliceerd in "Nederlandsehe rijks-
driehoeksmeting. Rechthoekige coördinaten I, hoofddriehoeksneteen
uitgave van de Rijkscommissie voor Graadmeting en Waterpassing, "met
een kaart van de hoofd- en tussenpunten met hunne verbindingen, schaal
1:600 000", Delft 1909. Zie verder laatste alinea van II.4.1. en
hoofdstuk IV, de Topografische kant van Wederland, in een der volgende
bulletins.