SCHRIJFWIJZE VAN AARDRIJKSKIJNT)IGR NAMEN
Het lid der Tweede Kamer der Staten-Generaal, de heer Ver-
mooten, heeft op 17 maart 196®+ schriftelijke vragen gesteld
aan de Regering In verband met de schrijfwijze van aardrijks-
kundige namen. ZieKaartbulletin nr april 196V.
De minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen, mr.
Th.H. Bot, heeft op 19 mei 196®+ het navolgende antwoord in-
gezonden
1. De Nederlandse delegatie in de Nederlands-Belgische
Woordenlijstcommissie heeft in mei 1963 aan de ambtsvoor-
ganger van de ondergetekende een gedeeltelijk ontwerp aange-
boden voor een regeling van de sehrijfwijze van aardrijks-
kundige namen van Nederland. Dit ontwerp bevatte de tekst
van een inleiding, waarin de leidende beginselen van deze
regeling zijn uiteengezet, voorts een volledige lijst van
gemeentenamen, en de letters A en B van de overige plaats-
namen. De verdere letters van deze lijst van plaatsnamen
verkeren in een eindstadium van bewerking; het gereedkomen
van een lijst van zogenaamde veld- en waternamen zal ech
ter nog geruime tijd vergen.
Voorts heeft de Nederlands-Belgische Woordenlijstcommissie
aan de ondergetekende aangeboden een inleiding en een proe-
ve van bewerking van de letter A van een lijst van histo
rische namen, waarvan de spelling krachtens artikel 1,
lid 11, van de Spellingwet 19^7 bij algemene maatregel van
bestuur dient te worden geregeld. Daaraan is een aanhang-
sel toegevoegd van aardrijkskundige namen en volksnamen,
waaronder buitenlandse plaats- en volksnamen welke in het
Nederlands een eigen vorm hebben gekregen, zowel die, wel
ke ondanks enige vernederlandsing toch vreemde elementen
in het Nederlands zijn gebleven, als de namen welke geheel
vernederlandst zijn.
De ondergetekende heeft in overleg met zijn Belgische ambt-
genoot de Nederlands-Belgische Woordenlijstcommissie mede-
gedeeld, dat naar zijn mening haar adviezen omtrent de
spelling van Nederlandse geografische namen en omtrent die
van historische namen eerst dan met vrucht aan de vaste
Commissie van advies inzake de schrijfwijze van de Neder
landse Taal kunnen worden voorgelegd, als de op 21 mei
1963 ingestelde gemengde Nederlands-Belgische Commissie
van advies inzake de spelling van bastaardwoorden haar
rapport zal hebben uitgebracht.
Het lijkt waarschijnlijk, dat de beslissing inzake de spel
ling van de bastaardwoorden van invloed zal kunnen zijn op
de spelling van de woorden, waarover de woordenlijstcommis
sie advies zal uitbrengen. Het advies van de Commissie in
zake de spelling van bastaardwoorden is zeer waarschijn-
lijk nog in 196? te verwachten.
2. De hierboven bedoelde algemene maatregel van bestuur,
waarbij zal worden vastgesteld welke buitenlandse
aardrijkskundige namen een Nederlandse vorm bezitten, wel
ke het in artikel 1, lid 9, van de Spellingwet 19*+7 gege-
ven voorschrift zal volgen, zal de door de vragensteller
gesignaleerde thans bestaande onzekerheid wegnemen. Ove-
rigens meent hijdat de verwarring inzake de spelling
6-12