.KAARTEN, GEZIKN ALS EEN ERFENIS VAN ONZE VOORPUDERS (door Pater Francis J»Heyden, S.J., Georgetown- pniversiteit Inleidlng van de vertaler Het in kaart brengen van een stukje van de wereld is tegenwoor- dig geen pr-obleem meer» Het stukje tevens op zijn geografisch) ju.iste plaats in een bepaalde projectie aanbrengen ook niet. Vroeger ging dit niet zo gemakkelijk, er zaten wat meer haken en ogen aan, voordat zo'n kaart klaar was, Maar of al die produkten van vroeger en nu nog ergens over.eenstemmenis dat wel eens on- derzocht? Wijin onze tijd, met al de-moderne hulpmiddelen gaan er van uit, dat wij het nu goed doen en dat het nog nooit zo goed geweest is. In het Amerik-aanse tijdschrift "Surveying and Mapping" van decem- ber 1963 staat een prachtig artikel, dat handelt over het verge- lijken van zeer oude met nieuwe kaarten. Het is geschreven door Pater Francis J. Heyden S.J. van de Georgetown Universiteit Pater Heyden is een sterrekundigeals zodanig denkt hij in on- eindige afstanden en ruimten. De ruimte van de wereld.is voor hem maar een kleinigheid en zijn artikel draagt daar.dan ook de ken merken van, hij praat in den adem net zo gemakkelijk over Alexan- drie als over China, maar zijn artikel geeft echter te denken en ik.geloof, dat wij, modern toegeruste kuartmakers, ons toch moe- ten afvragen, wat hadden onze voorouders voor op ons, dat zij met de gebrekkige hulpmiddelen, die zij.hadden toch hetzelfde resul- taat bereikten als wij? De vertaling volgt het artikel praktisch op de voet. Het is ongebruikelijk voor een sterrekundige om zieh in een hoofdartikel tot mensen. te richten, die aan de aarde gekluis- terd zijn door hun beroep, deze in kaart te brengen. Natuurlijk zoudt U niet veel beginnen zonder kennis van de ster- renj zonder begrip voor de omwenteling der aarde, o-f zonder tijd- meters, die ons helpen bij de lengtebepaling, zonder welke geen afstand op aarde gemeten kan worden. Daar ik gedurende drie jaar, op de Filippijnen, belast was met de verzorging van een dienst voor het geven van tijdsednen, een- dienst gelijk aan die van de Marine i/aarnemingsdienstneem ik aan' in staat te zijn van tenmins-te ddn afmeting veel af te weten en wel van de geografische lengte. Ik ga echter over iets dat heel veel verschilt van het- meten van een lengte met U praten. Iedereen houdt er een hobby op na; wat mij al vele jaren geboeid heeft zijn oude en nieuwe kaarten. Ik houd er van die te bekij- ken, mijzelf af te vragen hoeveel moeite het gekost heeft om een gr-ens in te tekenen of een hoogte aan te geven. Ik vraag me af, wie zou al dat werk gedaan hebben? Wie ging in het terrein op verkenning uit, wie mat die hoogte, wie stelde die kustlijn, de breedten en de lengten vast? Omdat op een oude kaart alleen elke bijzonderheid aangebracht kon worden als ieirund t-er plaatse was geweest. V/ie heeft niet een zeer oude kaart bestud-eerd zonder zieh met verbazing af te 'vragen, hoeveel moeizame arbeid en studie daarin ligt opgeborgen, niet alleen met betrekking tot de man, die de oorspronkelijke gegevens bijeenbrachtmaar ook met de man, die uit- 6 - b

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kaartbulletin | 1964 | | pagina 7