tpna«i0Hlen en rae:Tldiarifn ziJ'n op de kaarten niet getrokken, ten einde verwarring met de verticale en horizontale 11inen van het Vierkantennet,- dat in de -prak.tijk van het aanduiden van .een punt op de kaart gebruikt wordt, te voorkomen Slechts de-snajpunten van de- 5' parallellen en 5< meridianen zie IV.6) onderlmg en die met de kaartrand zijn aangegeveh. ,8* met de twee coördinatenstelsels, het geografische (parallellen en meridianen) en het rechthoekige (abcissen en ordinaten) pnderscheiden wij op de kaart: assen a. het .geografische -noorden; de geografische noordrichting in een^punt wordtaangegeven door de raaklijn aan de meridiaan of kaartblad-Z1J 1S us niet het2elfde voor de gehele kaart b. het kaartnoorden; dit is de rictoting aan.gewezen door de verticale lijnen van het vierkäntennetHet kaartnoorden v6 gehel? kaart hetzelfde, daar het bepaald"wordt door de Y-as, welke een afbeelding is in het. platte vlak van de meridiaan over de oorsprongr, -het centrale punt van het te kaarteren gebied; in het geval-van Nederland van de meridiaan over het driehoekspunt Amersfoort Het -al gerne en gebruik van de. kaart kunnen wij t er ugbr engen tot twee geValien: a. het vinden op de kaart van voorwerpen in het terrein, zo- wei natuurlijke als door mensenhanden vervaardigdeen' b. het vinden in het terrein. van de elementen, welke de kaart geeft. Sowel in het ene -als in het ander, geval is het nodig, dat men nauwkeurig op de kaart zijn standplaats bepaalt en de kaart orienteert. Voor dit laatste (letterlijk het oos'ten zoeken) gebruikt men meestal een kompas of handboussole lr^ ta}lofe Modellen bestaan. Is men eniü^ihTTn het terrein bekend, kent men markante punten als kerktorens- fa- prieken of anderszins, dan kan men ook door achterwaartse msnijding^ zijn standplaats bepalen. Bepe.rken wij ons tot het gebruik van de boussoleof het kom pas. De kompas- of magneetnaald van dit Instrument, isop een stift opgehangen, staat onder invloed van de aarde imagneet) en<neemt daardoor in heder punt op aarde een be- Paa - e richting aan. Dank zij het feit, dat de magnetische polen van de aarde in de buurt liggen van de geografische, piaatst de magneetnaald, welke, in haar zwaartepunt in een norizontaal vlak^kan draaien, zieh ongeveer in de richting noord-zuid, nl. in de richting van. de magnetische meridiaan. heestal valt^deze richting niet samen met die van de geogra- iische meridiaan. De hoek tussen deze twee'riqhtingen noemt men.de declmatie of miswi.jzing van het kompas ter plaatse. De magnetische richting i-s niet constant, verändert van plaats tot plaats en is in elk punt onderhevig aan dageli.ikse en jaarli.ikse schommelingen en aan langzame veranderingen van lange duur, deze laatste s-eculaire variatles genoemd. Hovendien kunnen schijnbaar willekeurige en plotselinge veranderingen optreden, terwijl elk plaatselijk magnetisch veld, veroorzaakt door elektrische strömen in hoge-spannings- 7 - 8a -f

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kaartbulletin | 1965 | | pagina 18