draden, aanwezigheid van 1 jzermassa sb.v.' bruggen, invl'oed
hebben op de grootte van. de declinatie." In Nederland 1s de
declinatie westeli.ik (negatje.f) en neemt .ia-arli.iks met on-
geveer 10' af. De miswi-jzing. lag voor ons land in 19^5 tus-
sen öu in het westen en 6°1 5in het ooaten.. Niettegenstaande
al deze eigenaardigheden in het gedrag-van de magneetnaald
is ze als orienteringsmiddelonder de nodige voorzorgen, toch
zeer-bruikbaar
Op de bladen van de Topografische Kaart, versehenen-in 1950 en
daarna,vindt men rechtsonderaan een figuur, welke de westelijke
afwijking van het magnetisch noörden geeft t.o.v; het kaart-
noorden en wel voor het midden van het blad met vermelding
tfan jaar waarvoor die afwijking geldt, benevens de jaarlijkse
verandering.
7-9