Structuurlear
Hoewel het inzicht in de thematische kartografie in de jongste decennia is
verdiept door methodologische studies van Imhof 32), Mackay 40)Meynen 40),
Robinson 44) en Wright 40), kan men'niet zeggen, dat de theorievorming de
snelle vlucht van de praktijk heeft bijgehouden. Feitelijk ontbreekt het nog
aan een overzichtelijke structuurleeraan een verzameling van bouwvoorschrif-
ten zoals die van de topografische kartografie bestaat, een bezwaar dat des te
zwaarder weegt, wanneer wordt bedacht dat de thematische kartografie reeds
thans voor 'haar fundament op orde isdoor de automatisering wordt beroerd.
Kenmerkend voor haar jeugd is voorts de verwarring op hat terrein der termi-
nologie. De hieruit voortvloeiende bezwaren worden vooral qndervonden in de
uitgestrekte sector der isokartografiewaar men worstelt met tientallen ge-
compliceerdeniet gestandaardiseerde termen van pseudo-Griekse oorsprong
als isarithmen, isoplethen, isolijnen enz. 41Dit körnt wel heel siecht uit,
daar juist het inzicht op dit terrein recentslijk is verdiept door onderz.oe-
kingen van de Zwitser'Imhofdie o.a. heeft gewezen op de structuurverwant-
schap van alle isolijnen in natuurlijke en kunstmatige continua met isohypsen
42). Het herkennen van deze analogie betekent een win^ount voor de methodiek.
Voortaan kunnen ervaringen op het gebied der topografische kartografie ter be-
schikking van het onderontwikkelde thematische terrein worden gesteld. Wonde-
ren mag men hier overigens niet van verwachten! Het interpoleren van isople
then in een wijdmazig net van waarnemingsstations blijft een gewaagde onder-
nemingniet in de laatste plaats door de misleidende indruk van nauwkeurig
heid, die het eindresultaat op niets vermoedende kaartgebruikers maakt. Het
besluit, vanwege de ongelijkmatige spreiding van de weerstations in het Ver-
enigd Koninkrijk, in de Atlas of B^itain van isothermen en isohyeten af te
zien, is dan ook alleszins aanvaardbaar 43).
Duidelijk voelbaar is het gemis aan theoretische achtergrond bij de weergave
van pseudo-isolijnen of choroplethengrafische afbakeningen van gebieden met
gelijke statistische gemiddelden. Men behoeft". slechts verschillende karto-
grafische presentaties van eenzelfde thema zoals bijv. bevolkingsdichtheid
met elkaar te vergelijken of de grilligheid te bezien, waarmede op econo-
mische kaarten wordt gegeneraliseerdom te beseffen, welk een willekeur op
dit terrein heerst. Intussen hebben de Amerikanen Robinson 44) en Thrower 44)
ter veraanschouwelijking van de over het algemeen moeilijk interpreteerbare
statistische oppervlakken ook de topografische kartografie te hulp geroepen.
Zij maken daartoe gebruik van de z.g. "hellende hoogtelijnen -methode van de
Japanner Kitiro Tanaka, verstärkt door bergschaduwing. Nader onderzoek zal
moeten uitwijzen in hoeverre deze bewerkelijke methode nut afwerpt. Hetzelfde
geldt voor het socio-economische terreinrelief van de V.S., bijprodukt van de
macro-geografische onderzoekingen van de eerder genoemde economisch-geograaf
Warntz 45), waarvoor de Computer ongeveer 10 miljard bewerkingen moest ver
richten
Over het algemeen zijn aan de conceptie van de z.g. economische kaarten in
de jongste decennia weinig nieuwe ideeen toegevoegd. Nog te vaak heeft de
kartografische weergave van economische verschijnselen het karakter van een
grafisch opstapelen van niet-gekwantificeerde Symbolen zonder dat aandacht
wordt besteed aan onderlinge betrekkingen 46). In die gevallen, waarxn wel
wordt getracht samenhangen weer te geven, genieten spreidingspatronendie
aan het fysisch milieu gerelateerd zijn, de voorkeur, waarbij valt op te mer
ken dat de weergave vaak beperkt blijft tot de uitbeelding van simpele ge
dachten an ratio'sDit is de reden waarom economen en statistici dikwijls
nogal sceptisch staan tegenover de betekenis van de thematische kaartDuide
lijk bleek dit op het Symposium Experimentele Kartografie in 1963 te Oxford,
waar de aanwezige statisticus, onder voorbijzien van haar betekenis voor de
weergave van spreidingspatronende economische kaart het vermögen betwistte
samenhangen te onthullen, die niet op andere wijze bijv. door cijferreeksen
8 - 5a