WADLOPEN, DE WATERLOOPKUNDIGE SPORT IN NSDERLAND door drs.J.ABRAHAMSE Inleiding In de vorige eeuw was de geestelijke belangstelling van de gemiddelde Ne- derlander nog in hoge mate beperkt tot de mens zelf en tot .diens voort- brengselen. Zijn recreatie zocht hij voornamelijk binnenshuis of in "lom- merrijke-dreven" en "steilvol aangelegde parken". Degenen,' die voor hun beroep op .het buitenleven waren aangewez.en, stonden sociaal niet in hoog aanzien en meer "edel geborenen", die zieh vrijwillig aan de ontberingen" van de natuur blootstelden, liepen kans voor zonderlin- gen te worden versleten. Sindsdien is daarin door de demoeratisering der westelijke beschaving en de populaiisering der natuurwetenschappen veel veranderd. Geleidelijk aan ont- dekte men de rijkdom en schoonheid van de niet door mensenhand bexnvloede natuur en kon men daarvan gaan geniaten zonder hinder van maatschappelijke c onventies Heläas werd te zelfdertijd de daarvoor beschikbare ruimte in ons land steeds kleiner. Het waddengebied is eGhter een van de weinig grote gebieden, in op- pervlakte ongeveer gelijk aan de pr.ovincie Drenthewaar d.e natuur nog geheel ongestoord haar gang blijft gaan. Het Wad Voor de kust van Noord-Nederland strekt zieh een fascinerend en dynamisch landschap uiteen halfslachtige wereld van water en land, waar het machtige .regiem van eb en vloed zijn vormenuitslijtBij laagwater, tweemaal in een etmaalstroomt het water uit dit gebied weg en komen de platen, banken en slibvelden voor een groot deel droog te liggen. Tweemaal per etmaal ook tijdens opkomend water, worden vele miljoenen kubieke meters water door de zeegaten tussen de eilanden naar binnen gestuwd en verdwijnen deze gronden. AI dit, water wordt aan- en afgevoerd door diepe geulen, die vanuit de zeegaten ver het waddengebied binnendringen en wijd vertakte Systemen vormen. Op een zeekaart doet een dergelijk systeem denken aan een boomstronk met een wijdvertakt wortelstelsel Om zieh de funetie en de ligging van de geulenstelsels goed voor te kunnen stellen kan men het wad onderverdelen in een aantal gebieden, die samehvallen met het wad onder elk afzonderlijk eiland. AI deze gebieden worden bij opko- mende vloed van twee kanten van water voorzien, respectievelijk vanuit het zeegat ten westen en vanuit dat ten oosten van een eiland. De vloedstroom bereikt eerst het zeegat ten westen van hat eiland en verbreidt zieh vandaar over het ondiepere waddengebied. Door de zieh vernauwende geulen en de droog- gevallen gedeelten wordt het opkomen van het vloedwater op het wad sterk ver- traagd. De vloedstroom in de diopere Noordzee neemt echter een aanzienlijke voorsprong en dringt dan ook variüit het oosten onder het eiland het wad bin nen. De beide waterbewegingen ontmoeten elkaar onder hat eiland längs een lijn, die zieh van het eiland naar de kust sl-ingert. Daar komt de horizon tale waterbeweging (vanuit het westen en het oosten) tot rust en ontstaat een slingerende "rüg", die het wantij wordt genoemd. Dit wantij is de bres in de barriere van ondoorwaadbare geulen tussen eiland en vaste wal en komt voor onder alle Nederlandse eilanden en platen. Het is dan ook dit wantij waar-gelegenheid bestaat voor het wadlopens die avontuurlijke bezigheid die zieh erop toelegt de mir/ of meer drooggevallen rWaddenzee in de uren voor en na hat tijdstip van laagwater te voet-over te staken. Wadlopen is uiteraard verbünden met de mogelijkhedendie het wad in casu het wantij bieden. 8 - 8a

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kaartbulletin | 1965 | | pagina 16