oprichting van de International Gartographic Association. In 1964 ward deze
I.C.A. door de International Geographical Union als autonome zusterorganis-a-
tie erkend.
De gevolgen van deze zieh geleidelijk voltrekkende verwijdering hebben zieh
geopenbaard in de studieprogramma's voor geografen waarin, ook aan Nederland-
se Universiteiten aan^kartografie een uiterst ondergeschikte plaats.werd inge-
ruimd. Voarmeer dan een generatie geografen heeft kartografie niets anders be-
tekend dan een vluchtige kennismaking met de afbeeldings- of projectieleer.
Voor beide wetenschappen heeft deze beperking nadelige gevolgen gehad. Op het
terrein der topografische kartografie is de geograaf een onbekende figuur ge
worden. Dit is te betreuren daar juist de geograaf, per definitie aardopper-
vlakspecialistop de diverse tussenstations van het zieh in het mathematisch
technische vlak voltrekkende proces der kaartvervaardiging, essentiele diensten
zou kunnen bewijzen. Zowel de selectie der terreingegevens als de symbolisering
en de generalisatie in engere zin behoren in wezen tot de geografische in-
vloedssfeer
Onder geografen heeft de gesignaleerde divergentie geleid tot een verzwakking
van wat in de Engelse literatuur de cartogracy 31wordt genoemd, de vaardig-
heid in het hanteren, evalueren en interpreteren van kaarten, waardoor een
der voornaamste onderzoektechnieken in het gedrang dreigt te komen. Wil de
geograaf de kaart als "research tool" handhaven, dan dient hij globaal op de
hoogte. te blijven van dat complex van vraagstukkendat zieh bij de weergave
van geografische patronen voordoet. Anderzijds kan ook de kartografie pas goed
gedijen, indien zij zieh van voortdurende stimulansen, uitdagingen en impulsen
van de zijde der geografen verzekerd weet. Blijft de geografische partieipatie
achterwege, dan wordt haar groei belemmerd.
Gelukkig is deze ongewenste ontwikkeling gedeeltelijk tot staan gebracht. In
het buitenland, met name in de V.S. en de Sowjetunie, valt sedert 1945 een
toenemende belangstelling van geografen in kartografische Problemen waar te
nemen. Aan verschillende universiteiten is voor geografen de mogelijkheid ge-
opend zieh in kartografische richting te specialiserenhetgeen voor beide
diseiplines bijzonder vruchtbaar moet worden geacht. Het stemt tot voldoening,
dat kort geleden ook aan een der Nederlandse Universiteiten met de instelling
van een lectoraat de kartografie als zelfstandige diseipline haar intrede
heeft gedaan. Hierdoor is o.m. ook in ons land de mogelijkheid geopend tot
onderzoek in die sector der kartografie, die als speciale invloedssfeer der
geografie geldt, de geografische of thematische kartografie.
De thematische kaart.
Onder thematische kaarten verstaat men kaarten, waarop de ruimtelijke ver-
spreiding van een of meer themata door middel van kwalitatieve of kwantita-
tieve Symbolen met grafische prioriteit is weergegeven 32). De keuze dezer
themata wordt bepaald door hun geografische relevantie en door de vraag of
zij zieh voor kartograf ische weergave lenen>. In aanmerking komen statische
of in beweging zijnde objecten, veranderlijkebestendige of tijdelijke ver-
schijnselen, historische, cor^temporaine en toekomstige, zowel feitelijke ver-
schijnselen als hypothesen, ficties, prognoses. Op de achtergrond staat steeds
de topografiedie het mogelijk maakt de ruimtelijke spreiding te onderkennen.
Bij reduetie van deze ondergrond verändert de thematische kaart allengs in een
kartogram. Over de grenzen tussen beide kaarttypen valt te praten.
Er is een schier eindeloze verscheidenheid van onderwerpen, die zieh voor the
matische kaartering leent. Zij kunnen behoren tot de domeinen van ver uiteen-
liggende wetenschappen. De geoloog legt formaties en strueturen op de thema
tische kaart vast, de verkeerseconoom isochronen, de epidemioloog de versprei-
ding der ziekten, de archeoloog standvoetbekersde socioloog isoneuten 33)
ende planoloog recreatieruimten. De symbolentaal der thematische kaart is de
enige taaldie zij allen, hoe ver ook van elkaar verwijderdverstaan. Voor de
8 - 4a