1. We zien de mensen in vervlogen tijden nog bijna geheel als dieren
gebonden aan de wetmatigheid van hun omgeving.
De natuur met haar wetten en dwingende maatregelen is oppermachtig. De
mens moet zieh daarin schikken. Hij ervaart bomen en rivieren, hemel en aar-
dezomer en winter als levende wezens. Hij moet proberen ze te beinvloeden,
vriendelijk te stemmen of weerstand te bieden aan de verwoestende krachten.
Daarom bezweert hij, bant uit en betovert.
Ook de tachniek is een soort toverkunsts dapper probeert de mens zieh te
bedienen van de bestaande vaste orde, misschien dat wat in beweging is met
veel zorg tot groter beweging aan te zetten en dat dan na te bootsen.
Hij gebruikt zijn primitieva gereedschap om de bodem te bewerken en vrucht
baar te maken en vertrouwt dan hat zaad toe aan haar schoot. Alle uitvindin-
gen houden nauw verband met godsdienstige verering en bij ieder succes wordt
de mens aangegrepen door de angst of hij de grote machten niet beledigd heeft
en te ver is gegaan.
Ook Uw beroep, het land meten, zien we in die tijd tot vorm komen. In de
behandeling van het hem omringende gebied voegt de mens samen en brengt
nieuwe orde in de verdeling der oppervlakken en natuurlijke eenheden. El
en voet zijn de eerste maateenheden en een meetlijn deed dienst bij het af-
passen voor bouwwerken. En steeds moet de mens opletten dat hij zijn woon-
plaats an leefruimte op maat in het geheel inpasts de sterren zijn daarbij
de verst verwijderde vaste punten en meetobjectenEn de namen voor bos en
veld worden gekozen naar de aard van de plaatsens "Teufelsbrück" of "Ellen
bogen". Ook wel naar grote gebeurtenissenwelke zieh daarop afspeelden.
2. In dit tijdperk, waar de mens zieh door zijn beperkte technisch hande-
len inpast in zijn levensmilieu tot een organisch geheel, om met
Berdjajew te spreken, het organische tijdperk van de techniek, volgt een an
dere periode met ook een ander gebruik van het menselijk vernuft, het cul-
turele tijdperk.
Griekonland is voor ons het grote voorbeeld van vormgeving aan het leven
niet uit noodzakelijk levensonderhoud en inpassen in het milieu, maar uit
vrijheid van de geest. Da Grieken ontdekton de geest als een werkelijkheid
als een zaak waarmee je iets tot stand kan brengen, dat uitgaat boven het
aardse bestaan met al het vergankelijke
Zij ontdekten de bewegingsvrijheid en ook het vermögen het milieu met de
geestkracht te doordringen.
Als gevolg van dit inzicht is de techniek geheel omgezet. De mens verkeert
in de situatie van een zwemmer. Zijn geestelijke kracht, zetelend in het
hoofd, steekt boven water uit. Hij overziet daardoor de beheersende wetten
en geldenda verbanden. Het lichaam blijft echter onderworpen aan het water,
het vergankelijke element. Nu is de mens gedwongen vindingrijk te worden om
zieh in dat element van lagere orde meer comfort te scheppen, opdat hij zieh
aan de theoria, het wäre leven van de geest, geheel kan overgeven.
De beoefening van de techniek als kunst om het leven te verlichten is het
werk van slaven en ambachtsliedenZij is slechts het middel om de mens gehee
vrij te maken, om het wäre leven te kunnen beleven. Vandaag zijn zulke idee-
en nog springlevend; de Schaiding tussen geestes- en natuurwetenschappen is
de zwaar belaste erfenis.
In dit kader moet ook Uw künde als kunst, Uw werken als techniek worden
getaxeerd
Aristoteles maakte een scherp onderscheid tussen zuivere meetkunde en de
meetkunde toegepast op vorm en afmeting van de aarde (geometrie en geodesie).
De eerste ontstond uit zuivere beschouwing: de geest speelt met ideale vlak-
ken en verhoudingenHet tweede daarentegen is een als praktijk uitgeoefend
ambachts het gaat erom ten behoeve van het verkeer de afstand tussen twee
9 - 7a