"winckel cruys" en de meetketting werd b.v. in 1540 het gehele ge-
bied van het waterschap Rijnland door Simon Meeuwsz. van Edam per-
ceelsgewijze gemeten ten behoeve van de heffing van de waterschaps-
lasten; hetzelfde gebeurde in Schieland in 1541. De meting werd
vastgelegd in "morgenboeken" of "veldboeken"
Uit 1543 is een kaart van Utrecht van Willem van Noort bekend
benevans de rekening met opdracht voor de vervaardigihg van die
kaart. Tezamen geven zij, volgens Teeling, aanwijzing naar de ma-
nier van opneming uit die tijd.
Een onzer vroegste en beste landmeter-kartografen uit de tweede
helft van de zestiende eeuw is Jan PotterVan hem zijn een 36-tal
kaartjes bekend, hoofdzakelijk van landerijen, uit de jaren tussen 1560 en
1590 o.a. een getekende kaart op perkament van enige percelen lands
gelegen bij het huis De Werve in Voorburg uit hat jaar 1571 in
het Maritiem Museum Prins Hendrik te Rotterdam is van Potter aan-
wezig: "Caerte van de landen van Voerne, Westvoerne ende de landen
van Voerne Overtflackeeghemact by Jan Potter, gesworen lantmeter
wonende tot Delft in Hollant, doer bevel van Willem van Treslong,
guwernoer van den voorscr. landen van Voerneende stede van den
Brielle, als daertoe last hebbende van mijn Heere den Prince van
Orangen ende de edela Staten van Hollant, om sulx te doen maken,
Anno 1576". De schaal van de kaart is aangegevon met de woordens
"De maete van een duytse myle lanck 4 000 passen".
VI.6. De landmeter was een van overheidswege toegelaten en erkend be-
oefenaar van een vrij beroep, zoals in de 19de en het begin van de
20ste eeuw nog het beroep van bee'digd landmeter. In het gebied tus
sen de Maas en het IJ was het examineren en het toelaten van iemand
als landmeter een functie van het Hof van Holland. Ook de andere
gewestelijke hoven verleenden voor hun gebied toelating als land
meter.
De landmeters waren werkzaam bij landsheerlijke rekenkamers, stonden
in dienst van de grote waterschappen of van de Steden of van andere
overheidsinstellingenVaak ook was het landmeterschap een bij-
baantje b.v. van notarissen, onderwijzersmeestertimmerlieden,
zoals nog in het begin van deze eeuw in Roemenie van advocaten.
Jan Pietersz Dou(w) o.a. was wijnroeier naast landmeter en als zo-
danig aangesteld te Leiden in 15975 de wijnroeier was belast met het
berekenen van de inhoud van wijnvaten. In zoverre was er in de status
van de landmeter nog niet veel verandering gekomen sedert de eeuw
daarvoor
VI.7« Het uitbreken van de tachtigjarige oorlog, 1568, was voor beide par-
tijen aanleiding om zieh van goede kaarten te voorzien en tevens
landmeters bij het oorlogvoeren, het bouwen van vestingwerkenin
dienst te nemen.
Voor Alva werkte de landmeter Joost Jansz Beeldsnijder of Bilhamer)
1541-1590, tekenaar, plaatsnijderbeeldhouwer, bouwmeester, hor-
logemaker, landmeter en vestingbouwkundigeHij vervaardigde om-
streeks 1570 een kaart van Holland, West-Friesland en Utrecht op de
schaal van ong. 1 110 000; zij verscheen in 1575 in druk.
Jacobus van Deveriter maakte in opdracht van Philips II de bekende
stedenatlas,1558Ook Christiaan Sgroten, ong. 1530-1603/4, kreeg
opdracht voor Alva Steden en landen in kaart te brengan. Dikwijls
heeft hij daarbij de.kaarten van Van Deventer als grondslag genomen
en deze met eigen gegevens ten goedeook wel 00ns ten siechte verrijkt.
9 - 24a