goldi raisschierr ook in hat Nedersticht Utrecht. Buiten Holland-Utrecht eschikte leder gewest of landstreek over een eigen maat, welke landma- ten onderling, al was hat niet veel, verschilden en daardoor allerlei moeilijkheden veroorzaaktenDe lengten van de roeden varieerden van 3,42 m tot 6 146 m! Wo laten hier de maat van enige roeden en.haar onder- vordeling volgons roede roede in meters aantal voeten in een roede voet in meters aantal duimen in 1 voet duimen in meters Rijnlandse 3,767364 12 0,313947 12 0,02616 Amsterdamse 3,680729 13 0,283133- -'11- 0,02574 Gelderse 3,8073 14 0,272 Stichtse 3,7569 14 0,2683 Groningse 4,9008 14 0,35 Voor het uit de weg ruimen van die moeilijkheden was een definitieve vaststellmg van de lengte van de landmaat nodig. In zijn werk over de gradd2e^n|_va^_l6l2 beeldt Snellius een halve Rijnlandse voet afonge- veer 1,57 dm, zowel decimaal als in duimen verdeeld. De lengte van de oor Snellius gebruikte roede is niet precies bekendVan der Plaats meent dat in Snellius tijd deze 3,7635 m was ja^_Pietersz Dou(w_) heeft in 1629 de voetmaat in de gevel van het Leidse stadhuis aangebracht, meer of minder nauwkeurige kopien van hun oventuele voorgangers. Fockema Andreae vond in 1929 die voetmaat geheel doorgeroest. In 1752 reeds werd deze standaardmaat door het- stadsbestuur vervangen door nieuwe exemplaren, conform de uitkomsten van Lulofs. welke in hat Stedelijk musaum"De Lakenhai" te zien zijn. Jan Lulofs 1711-1768, hoogleraar in.de wis- en sterrenkunde aan de Leidse universiteit beschrijft de ijzeren standaardmaat van de Leidse sterren- wacht, en vond overeenstemming met die van Snellius en Douw. Deze stan daardmaat van de sterrenwacht is te zien in het Historisch Natuurweten- schappelijk Museum in de genoemae universiteitsstad De lengte van de door Lulofs gebruikte standaardroede werd in 1808 door een commissie vastgesteld op 3,767358 mj waaruit de lengte van 1 R.voet 31,391 cmj 1 R.duim - 2,6l527 cm en van 1 R.lijn 2,18 mm. Eerst in de 17de eeuw heeft de "Rijnlandse roede haar ruime verspreiding m en buiten Europa gevonden. Zij is door Brandenburg en Pruisen in de tijd van de grote Keurvorst (Friedrich Wilhelm 1640-1688, geboren 1620 en gehuwd met Louise Henriette, dochter van Frederik Hendrik) overgenomen en tegen het einde van de l8de eeuw als wettelijke maat daar ingevoerd. n enemarken was dat het geval in 1682. Langzamerhand zegt Fockema Andreae, kreeg de Rijnlandse landmaat een plaats in de atlassen en aard- rijkskundige en wis kund ige-, werken l). In ons land is ze blijven gelden tot 1 januari 1821, behoudens een onderbreking tussen Oktober 1810 en l) Varmelding verdient, dat de Rijnlandse landmaat 00k gebruikt werd in de Kaapkolonxein het gebied van de Oost-Indische Compagnie en in de vroegere Westindische kolönien. 9-27 ..ii-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kaartbulletin | 1965 | | pagina 57