tementon, arrondi'ssementen an gameanten. Zij moest bovandien uit- voerig gp noeg zijn en op de schaal 1 s 115*200 (800 Rijnl. roeden op 1 Rijnl. duim) getekend zedat de gewanste bijzonderheden erop kenden worden aangegeven. Ben commissie, in overleg met C.R.T. Krayanhoff, oud -genaeshaar te Amsterdam, directeur van de vastingan an werken van defensie in hat Departement van den Krammer en Biesbosch tot aan en met hat eiland Texel'Steide voor de kaart samen te stellen - 1798 - met behulp van kaarten, welke zieh in groot aantal in de verschillende archieven van hat land bevonden. Het was te voorzien, dat deze wy ze van werken volkomen zou falen. Het uit de weg ruimen van de moeilijkheden o.a. het mislukken van de samenstellende delen tot een sluitend geheel te makenkon al- leen geschieden door over het land een driehoeksnet te 1eggen. Hiermede werd dadelijk begonnen - 1799/1800 -, terwijl bovandien door Krayenhoff in de winter van 1800 een basis 5*650 m lang, werd gemeten op het ijs van de Zuiderzee tussen Marken en Volen- dam. Tegen het einde van genoemd jaar kon men aan verschillende bladen tegelijk werkenj twee bladen waren in november gereed. Bij nadere bestudering bleek dat er vele fouten aan kleefden, vooral wat het driehoeksnet betrof Gevolg gevend aan enige opmerkingen gedaan door Jjü_._yan_Swinden 1746-1823, van 1767 tot 1785 hoogleraar in de wis- en natuurkunde te Franeker, en daarna te Amsterdam, Steide Krayenhoff voor een triangulatie op bredere grondslag uit te voeren. Hij besloot het^ net te doen aansluiten aan het Franse, met als basis de zijde Duin- kerken-Mont Cassel. Voor de orientering en de plaats van het net werden de geografische coördinaten van Duinkerken en het azimut Watten-Duinkerken overgenomenIn 1802 begon hij met de hoekmetin- gen, voortgezet in 18Ö3, 1805 en 1807 Door verschillende omstan- digheden werden de werkzaamheden vertraagd, eerst in l8ll was Krayenhoff met de hoekmetingen gereed. Als instrument gebruikte hij o.a. een ropetitie-theodoliet met een horizontale rand van ong 42 cm middellijn. Het driehoeksnet bestond uit 163 driohoeken van de eerste orde met 111 hoekpunten, waarvan 79 binnen ons tegenwoor- dig grondgebied, en liep tot Jeder aan de Jahdeboezem, waar het verbonden werd aan het net van Hannover. Het hertogdom Limburg viel erbuiten, welk gebied er later aan werd toegevoegd door J.Erzij in de jaren I8l6-l8l9. In 1815 verscheen zijn verslag omtrent de werkzaamheden onder de titels Precis historique des Operations geodesiques et astronomiquesfaites en Hollande^pour servir de base a la Topographie de cet ]Stat, actuellement reunie a la France, executees par le Lieutenant-General Baron Krayenhoff Van een projectie is niets vermeld. Een tweede 'edition' verscheen in 1827 bij de Gebr. Van Cleef te s-Gravenhageherzien en ver- beterd werden de gegevens terwijl tevens de uitkomsten van de driehoeksmeting van de 2de orde, welke echter niet zijn gebezigd, werden opgenomen. In 1810, toen Holland bij Frankrijk werd ingelijfd waren een drie- tal bladons Zeeland, Den Haag-Leiden en Noord-Brabant in Frankrijk in kopergravure uitgevoerd, gereed, terwijl in de jaren 1810-1813 nog enige gedeeltelijk voltooide bladen er aan toegevoegd werden. De kaart kreeg de titel van: Chorographische kaart der Holland££he De par t ementen. begonnen onder het Hollandsche Gouvernementx_v_ol- töoid ingevolge de Orders van Zijne Excellentie den Hertog van Feltre Minister van Oorlog. aan het Depot-Generaal van Oorlog. 10 - 24

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kaartbulletin | 1966 | | pagina 27