Deze instelling was, in navolging van Frankrijk, tijdens hat be- wind van Koning Lodewijk Napoleon opgericht in 1806 en was balast met de militaire topografische opnemingj zie bena'den VI.15, voet- noot Krayanhoff ward Directour-GeneraalDe schaal 00k van de ze kaart was 800 Rijnl. roeden op 1 duim of 1 115.200. Hat onvol- tooide materiaal werd in l8ll naar Parijs gebracht om daar als met zoveel andere kaarten van onderworpen landen, voor de oorlog pas- klaar te worden gemaakt. In 1816 werden de koperplaten naar Holland teruggezondenAlle Franse namen van de departementen en arrondis- sementen benevens de grenslijnen moesten v/orden gewijzigd en bij- gewerkt. In 1821 waren 7 bladen gereed, in 1829 verscheen het laatste blad van de kaart, welke de titel kreeg: Choro-Topogra- phische Kaart der Noordeliike Provincien van het Koninkriik da-" Nederlandenop schaal 1 115.200, uitgevberd docr het Topogra phisch Bureau van dezen staat volgens het ontwerp, de Geodesische en Astronomische waarnamingen van den Luitenant Generaal Baron Van Krayenhoff, Kommandeur van de Militaire Willemsorde, Gouver neur van Amsterdam, Inspecteur-Generaal der Fortificatien van het Corps Ingenieurs de PontonniersMinours en Sappeurs. Met deze kaart (zie het fragment op Tafel 1, bij het opstel van P.M. Oversluijs in de Mitteilungen des Reichsamts für Landesauf nahme 1932/33i blz. 258-284) welke meer een overzichtskaartdan wel een in bijzonderheden afdalende topografische kaart was, was men echter niet tevreden. Ten opzichte van de kaarten van de Hat- tinga's en van Hottinger was men wat inhoud en ultvoering betraft er op achteruitgegaan. Bij haar verschijnen was ze bovendien reeds gedeeltelijk verouderd« zuidwaarts ging ze niet verder dan Roer mond. Daarom versehenen verschillende particuliere kaarten voor bijzondere doeleinden en dikwijls verbeterd, maar met Krayenhoff's kaart tot grondslag. Van de Zuidelijke (de OostenrijkseNederlanden, waartoe toen 00k een deel van Zeeland, Noord-Brabant en Limburg behoorde (zie in een geschiedenis-atlas d9 kaa"t van de Nederlanden in die tijd) bestond een kaart vervaardigd onder leiding van de graaf Joseph de Ferraris1726-1814, in de jaren I77I-I777, in handschrift de zgn. Carte de Cabinet in 275 bladen op de schaal van 1 s 11.520. Zie Koeman, Handleiding enz blz. 53 sn kaartfragment(4) VI .14. De nieuwe kaart van Frankrijk, 'appropriee a tous les Services publis et combinee avec 1'Operation du cadastre generale' als voorbeeld nemende, meende men 00k hier te lande een dergelijke kaart te moeten vervaardigen, waarvan de schaal van 1 10.000 als de meest praktische werd beschouwd. Wat de Rijksdriehoeksme- ting van de lste en de 2de orde betreft, door Krayenhoff begonnen, deze zou voltooid worden. Als projectie werd aangenomen, evenals voor de Franse kaart die bekend onder de naam van de (äquivalente) projectie van Bonne (genoemd naar de Fransman Kol. R. Bonne, 1727-1795) die in 1808 van Keizer Napoleon de opdracht kreeg om een nieuwe kaart van Frankrijk te ontwerpen en die de projectie het eerst toepaste. Later noemde men in Frankrijk die projectie^ Projection de la Guerre of projection de la Carte de France). Als centrale meridiaan zou die over de Westertoren van Amsterdam dienen, terwijl het centrale punt van de kaartering zou liggen op 51°30' de gemiddelde breedte van het Vereenigd Koninkrijk, in de buurt van Ghaam. Het Kadaster zou ingeschakold worden met een driehoeksnet per gemeente van de 3de orde als meetkundige grond- 10 - 25

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kaartbulletin | 1966 | | pagina 28