KART 0 S R A FOD AG T E E N K H U I Z E N
In het Zuiderzeemuseum te Enkhuizen ward op 11 noverabar jlde jaarlijkse
kartografendag gahoudan, met als thema: "Da kaartering dar zeeen an oceanen,
vroagar an nu"Daarbij traden als sprekars op: dr. Ernst Grone over "De
zastiende-eeuwse zeeman als kartograaf" an Schout-bij-Nacht ir.W.Langeraar
over "De zeebodem, een kaarteringsprobleemj de twintigste-aeuwsa kartograaf
als zeeman".
Dr.Crone citeerde van de Enkhuizer Lucas Jansz. Waghenaer een instructie
aan zeelieden om goed op te letten bij onbekende kusten en havens en de be-
vindingen nauwkeurig op te tekenen. Spreker vestigde speciaal de aandacht op
het ontbreken van de raad om de afstanden te meten. Hij ging hierop wat die-
per in en verklaarde en toonde de werking van de "log" (engels, voor blok
hout)| een plankje aan een lang afrollend koord met daarop uitgezette vaste
afstanden. Door de log achter het schip in zee te werpen begon het koord af
te rollen en kon men door gedurende 15 sec(met een zandloper) het aantal
knopen in het koord te teilen de snelheid van het schip vaststellen. ledere
knoop kwam immers overeen met 1 zeemijl. Uit deze snelheden kon men dan "weer
de afgelegde afstand schatten. Deze en soortgelijke methoden werden tot in
onze eeuw nog gebruikt, aldus spreker.
Dr.Crone besteedde ook aandacht aan de functie-en de nauwkeurigheid van
de zeekaarten in de zestiende eeuw. Hij wees erop dat de zeeman uit die tijd
eigenlijk geen kaart nodig had omdat hij met de meeste kusten zeer goed be-
kend was. De zeilvaart voer in die dagen immers in.hoofdzaak längs de kusten.
Van meer belang voor de zeeman was de beschrijving in boekvorm van de havens,
obstakels e .dwaarbij de kaart meer een illustratieve functie had. Op de
kaarten werden de kusten wel als neergeklapte profielschets getekend, maar
buiten de drukst bevaren kusten blijkt dit niet meer zo heel erg betrouwbaar
weergegeven te zijn. Aldus dr.Crone.
Ir.Langeraar wees allereerst op de tegenwoordige situatie waarbij geen
veilige scheepvaart meer mogelijk is zonder goede kaarten. Het varen op her-
kenning is voorbij» men kiest de kortste routes over de open zee, meestal
via de kapen en daarbij is de zeekaart absoluut noodzakelijk voor het bepa
len van de koers en het vermijden van hindernissen. Betrouwbare kaarten zijn
echter zo bewerkelijk en daardoor zo kostbaar in de produktie dat zij alleen
door de staat vervaardigd kunnen worden. In de meeste landen ontstonden de
hydrografische diensten in het begin van de 19s eeuw en hun taak is nog
steeds zeer omvangrijk. Ir .Langeraar wees er in dit verband op dat 71$ van
de wereld uit zee bestaat, waarbij 7$ minder dan 200 m diep is en 2$ minder
dan 50 m diep is. Van deze laatste 2$ is thans 30$ volgens hoge maatstaven
gekaarteerd (m.b.v. het echolood) met op de kaarten van na 1945 vaak nog de
lijnen van het gebruikte radiopeilingssysteem. Verder is 60$ reeds voor 1930
opgenomen en is 10$ niet of siecht in kaart gebracht.
Van de zeeen dieper dan 200 m moet nog 65$ geinventariseerd worden, een
werk dat nog jaren kan duren, aldus spreker. Het internationale hydrografisch
bureau in Monaco verricht hiervoor coördinerend werk door de echolodingen van
talrijke lijnschepen via de nationale diensten te verzamelen en te verwerken
tot kaarten op de schaal 1 10 000 000.
De grotere diepgang van de moderne schepen, vooral olietankers stelt aan
de kaarten van de ondiepe zeeen bovendien nog extra hoge eisen. Speciaal voor
de Noordzee geldt dan nog dat de massale speurtocht naar olie steeds meer
obstakels op zee doet verschijnen. De betrokken landen rondom deze zee trach
ten nu in de Northsea Hydrographie Commission gezamenlijk tot een oplossing
te komen voor deze moeilijkheden
12 - 10