Met dit gegeven in handen, kan de kartograaf twee kanten uit als hij een
bepaald verschijnsel in een kaart wil beklemtonen: hij kan een (prettig).*
lustgevoel opwekken met een redelijk behoud van expressie door middel van
twee- en drieklanken, of hij kan de kaartgebruiker choqueren door zijn on-
lustgevoelens op te wekken door gebruikmaJeng van zogenaamde onnatuurlijke
kleuren.
C_j_Chorochromatische kaarten, waarin kleuren een onderscheidend karakter
'ebben
De verspreiding van meerdere verschijnselen naar kwaliteit, welke door mid
del van de chorochromatische kaart tot uitdrukking gebracht kan worden, steunt
zeer vaak op een veelheid van kleuren. Juist in dit verband is het nodig te
overwegen of men de voorkeur dient te geven aan het handhaven van de natuur-
lijke kleuren of aan psychologisch-fysiologische effecten of aan een genorma-
liseerd kleurengamma.
Om psychologische redenen is het beter zo veel mogelijk te trachten het
"Erinnerungseffect" (associatie) op te wekken en te bevredigen. Hiervooris
het noodzakelijk om bij concreto onderwerpen de natuurlijke kleuren aan te
houden en bij abstracto onderwerpen is het beter zuiver psychologische effec
ten na te streven. Getracht dient te worden de enotiedie het kaartgegeven
opwekt, te analyseren en Overeen te laten stemmen met de emoties, die een be
paald e kleur opwekt. Hierdoor wordt een aanvaardbare en herkenbare relatie
geschapen tussen het verschijnsel en het afgebeelde, waardoor een maximaal
communicatie-effect wordt verkregen.
In wezen is dit veel gecompliceerderVolgens B.J.Kouwer (1949) l) b.v.,
dient men drie aspecten van de kleur te beschouwen:
a "character of color" (eigenschap van de kleur)
Aan kleuren worden specifieke eigenschappen toegekend. Uit onderzoekingen
is gebleken dat deze voor de vier belangrijkste chromatische kleuren de vol-
gende betekenissen hebben:
rood is de overweldigendeindringende en alles omvatte nde vitalitelt,
geel, de oppervlakkige glans en de onmiddellijke nabijheid uitstralende
blauw is de afstand, de diepte, de oneindigheidhet altijd verrukkende,
de vlucht in de eindigheid,
gr_oen is de labiliteit van de contrasterende krachten, de harmonie van
centrifugale en centripetale tendensen, de dynamische rust, die ver-
beffend werkt op de ontwikkeling van nieuwe krachten.
b "polyvalence of the color" (veelwaardigheid van do kleur)
Hierraee wordt bedoeld, dat kleur meerdere psychologische betekenissen kan
hebben, b.v.
geel is le vrolijk, jeugdig, warm en
2e valsheid, egoisme, agressiviteit en koude
c s "specific nuance of the color" (specifieke schakering van de kleur)
Kleur kan namelijk in verscheidene nuances voorkomen en geeft dan een op»
lichtende of een verzadigde indruk, zoals
l) B.J.Kouwer: "Colors and their character", s-Gravenhage1949.
13 - 18