v r a g e n
Aan de vooravond van de ICA Conferentie is hat misschien wel aardig om
eans enkele praktische vragen to stellen, waar vooralsnog geen eensluidend
antwoord op ward gegeven. Wellicht zullen er tijdens de conferentie enkele
ter sprake kernen.
1. Welke factoren zijn bepalend voor de keuze van de fijnheid der raster-
punten (aantal lijnen per cm) en de dekkingspercentages?
2. De messt toegepaste, betrouwbare methode om een evenwichtige grijstrap
van vier treden te krijgen is uit te gaan van een moederraster in lijn
met 50%> dekking, dit raster haaks met zichzelf te combineren tot een
15% kruisraster en het negatief hiervan is een 25% puntraster. Aange-
vuld met de volle kleur hebben we een goed bruikbare trap. Doch er zal
in sommige gevallen behoefte bestaan aan een grijstrap van b.v. 6 a 7
tonen: kan er een formule of methode gevonden worden voor het samenstel
len van een optisch gelijk oplopende grijstrap van 6 a 7 tonen?
3» Hoe vinden we de meest bevredigende (gunstige mengm'ogelijkheden) drie
basiskleuren rood, geel en blauw?
4. Gekleurde voorStellingen mosten zoveel mogelijk aan het associatie-ver-
mogen van de kaartgebruiker beantwoordenWat weten wij van dit associatie-
vermogen?
Pigmenten van drukinkten ondergaan in de loop van de tijd (soms reeds na
vrij körte tijd) veranderingendoor o.a. zonnestraling en chemische wer-
king, papier vergeeld. Ligt hier iets van vastzodat de kartograaf bij
zijn kleurkeuze hier reeds rekening mee kan houden?
Toen ik deze regels neerschreef was ik nog niet op de hoogte van de ti-
tels van de te houden voordrachten voor de conferentie zodat ik te hooi en
te gras enkele aspecten van kleuren in kaarten aanstipte, teneinde Uw be-
langstelling voor dit thema teprikkelen. Er zijn nog vele vragen op het
gebied van de kartografische. kleurtoepassing en verwerking welke op een ant
woord liggen te wachten. De ruime aandacht welke aan de kleur in de kaart
zal worden geschonken tijdens de'ICA Conferentie is daarom zeer verheugend
te noomen.
A.J.Karssen
13 - 26