Inleiding
technische manipmlaties bij de kaartvervaardiging en de kaartreproduk-
tie zullen in de körnende jaren nog wel veranderingen ondergaan. ./anneer
daartoe aanleiding bestaat, hopen we daarover later te kunnen rapporteren"
Aldus luidt de slotzin van hat in dit Tijdschrift (73e jaargang, 1957,
blz. 32-114) gepubliceerde artikel; De moderne techniek van het vervaardi-
£g.Q_yan kaartenin 1956 geschreven door vijf leden van de "A'erkgröejTvöör-
Kaartreproduktie van de Rijkscommissie voor Geodäsie. Omdat de techniek van
de cartografie inderdaad veranderingen heeft ondergaan in de afgelopen Pe
riode van tien jaren en omdat de auteurs van tien jaar geleden inderdaad nog
in staat zijn om over de evolutie in hun vak te rapporteren, kan de in 1957
geuite hoop in een vervolgartikel worden geconverteerd
Bij herlezing van het artikel uit 1957 blijkt reeds uit de eerste tv/ee
bladzijden dat er een belangrijke ontwikkeling in de cartografie heeft plaats
gevonden. In 1957 vinden we een bedekt verwijt aan Nederlandse auteurs over
het in gebreke blijven bij het schrijven van artikelen over de Nederlandse
cartografie in de jaren voor 1957- Nu, in 1966 blijkt de situatie radicaal
te zijn veranderd en blijken de cartografen in Nederland hun vlijt in dit
opzicht overvloedig te hebben gedemonstreerdo.a. in het tijdschrift Karto-
grafie, dat sedert 1958 als bijlage van het Tijdschrift van het-Kon.Ned.
Aardrijkskundig Genootschap (T.A.G.) verschijnt.
De passage, op blz. 83 van ons artikel uit 1957* "De cartografische ge-
zindheid van de Nederlanders in het algemeen en die van de beoefenaren van
de landraeetkunde en verwante wetenschappen in het bijzonder is met woord en
daad tot voor kort weinig tot uiting gekomen", kan in het jaar 1966 beslist
niet worden herhaald. Luiden de woorden "tot voor kort" reeds een beginnen
de verandering aan, de verbeugende bei angst eiling van de hierboven genoemde
beoefenaren van de landmeetkunde en verwante wetenschappen" voor het werk
van de in 1958 opgerichte Kartografische Sectie van het K.N.A.G. heeft zieh
ontwikkeld tot een daadwerkelijke deelname aan de activiteiten van deze
nieuwe vereniging in de Nederlandse kring van geo-wetenschappenHet gevolg
van deze integratie van alle kaartvervaardigende groepen in Nederland is ge-
weest dat er aan verschillende z ijden een beter begrip voor het veelsoorti-
ge aspect van de cartografie is ontstaan, waaruit tastbare resultaten, als
betere en meer doeltreffende- werkwijzen en betere kaarten zijn voortgekomen
In 1957 was een internationaal georienteerd opstel over de kaartrepro
duktie techniek iets nieuws. Het verwerken van een in 1956 te München gehouden
internationale cursus in het artikel- van de laden van de Nederlandse werk-
groep accentueerde een beginnende vorm van regelmatig internationaal con-
tact. Op blz. 85 (K. en L. 1957) wordt gesproken over de plannen "tot op-
richting van een Internationaal Genootschap voor toegepaste cartografie".
Hoe belangrijk de afgelopen jaren voor de organisatie van de cartografen-
wereld zijn geweest, blijkt wel uit hat thans bestaan van een zeer actieve
International Cartographic Association (I.C.A.), waarin ruim dertig landen
zijn vertegenwoordigdHet plan voor een internationale cartografische ver
eniging ontstond tijdens de zg. ässelte conferentie te Stockholm in 1956.
Vordere inhoud ward aan dit plan gegeven op de tweede on-officieleinter
nationale cartografische conferentie te Chicago, 1958.
Het in 1957 vaag aangeduide "Internationaal Genootschap" werd in 1959 te
Bonn officieel opgericht, hield in I96I zijn eerste congres te Parijs, in
14 - 14