rast de handen van een tekenaar toegepast, zijn in die gevallen onvoldoende. Alleen de tekenautomaat en de als ortho-)luehtfoto gereprodueeerde kaart kunnen de acute kaarteringsproblemen van omvangrijke gebieden oplossen. Het "type" van zulke kaarten is verschillend van het ons bekende klassieke type. De grafische kwaliteit is inferieur t.o.v. de met de handgetekende kaart. Terwille van die argumenten moeten esthetische eisen, aan de grafiek gesteld, worden opgeofferd. i7e willen nog eens uitdrukkelijk vaststellen dat deze automatische pro- cede's voorlopig alleen vnor de zg. basiskaarten op de schalen 1 s 1000 - 1 s 25.000 zijn ontwikkeld. Er blijft dus nog een zeer groot arbeidsveld over voor de klassieke arbeidsmethoden (geografische kaarten, atlassen, toe- ristenkaarten enz.), waarbij de noodzakelijke hoge grafische kwaliteit een corps cartografen met ästhetisch inzicht en grote technische vaardigheid vereist. Op het ogenblik is het nog zo, dat de diensten met bescheiden kaarterings- programma's nog niet moeten beslissen of en wanneer zij van automatisering in de cartografie gebruik moeten maken. Voor de meeste kleine bedrijven in Nederland is de automatisering nog een onderwerp, dat een extreme plaats in de cartografie inneemt. Men is voorlopig meer direct gebaat bij een voor- lichting over de ontwikkeling van de klassieke teken- an reproduktiemetho- den. In aansluiting op het in 1957 gepublicearde artikel zal dan 00k hierna die ontwikkeling verder worden gevolgd. We zullen daarbij de materialen voor de tekeningdragers weer ter sprake brengan, we zullen tot ons genoegen kun nen rapporteren over de succesvolle toepassing van de graveertechniek, ovor de schriftmontage, het toepassen van de nu algemeen bekende stripfolie voor het vervaardigen van maskers bij kleurendruk, over de vervanging van zink door aluminium als drukvorm, enz. enz. De lezer, die de moeite neemt het in 1957 versehenen artikel te herlezen, zal oaarbij kunnen opmerken hoe de moe?te, in 1957 nog "nieuwe" methoden en materialen nu, in 1966algemeen in gebruik zijn. De schrijvers, leden van de lerkgroep voor Kaartreproduktie willen niet beweren, dat zonder het be- staan van de werkgroep Nederland thans een achtarstand in de toepassing van deze methoden zou hebben, maar zij menen wel in alle bescheidenheid te mögen opmerken dat hun onderlinge en hun internationale contact bevorderlijk zijn geweest voor een goede Nederlandse cartografie. Het is waarschijnlijk dat er over een aantal jaren weer aanleiding zal bestaan ora te rapporteren over de ontwiKkeling in dit vak. Daarbij zal ver- moedelijk een onderwerp zijn, dat de andere in beiangrijkheid ovartreft, nl de automatisering. (Zie litteratuur (l) t/m (12).) 2 Kaartering De traditionele opvatting van de kaartvervaardiging- is dat men met een kaartering (puntenveld en lijnen) begint. De hiervoor reeds aangeduide over- wegingen maken het soms noodzakelijk of gewenst dat deze eerste fase wordt overgeslagenIn dat geval wordt het luchtfotobeeld geprosenteerd als "de kaart". De litteratuur (13t/m (17toont aan dat men hier reeds mot een praktisch bruikbaro mothode te doen heeft. Een tussenvorm van fotokaart en lijnenkaart is de fotolijnkaartDeze wordt eveneens zonder voorafgaande kaartering van een punten- en/of lijnen- veld geprodueeerdDe toepassingen beperken zieh op het ogenblik nog vrij- wel tot het verbeteren van fotokaarten met het 00g op de interpretatie (Zie litteratuur (18), (19) en (20).) 14 - 16

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kaartbulletin | 1967 | | pagina 18