aangebracht op zelfklevende film of papier, voorzien van een folie die.als beschermlaag dient en die voor het plakken gemakkelijk kan worden verwijderd. Het raster wordt, in verband raet het contactliggen bij het afdrukken of het maken van kopieen, aangebracht aan de onderzijde van de film. In verband met de geringe dikte van de film kan dit gebeuren met de beeldzijde naar boven, waardoor geen beschadiging van het beeld optreedt. Bij plakrasters op papier wordt het raster op de tekening geplakt, alvorens deze door de camera wordt opgenomen Rasters in de cartografie In de cartografie wordt veelvuldig gebruik gemaakt van rasters, niet zo zeer om continu verlopende toonwaarden ta verkrijgen, als wel ter verkrij- ging van meerdere tinten in een kleur om het aantal drukgangen te beperken. Vaak kan men zelfs uitgaan van het driekleurenprocedewaarbij men door het gebruikmaken van rasters een zeer groot aantal kleurnuances kan bereiken. De lijnen, de contouren, het schrift en de Symbolen blijven ongerasterd. Het rasteren kan fotomechanisch geschieden door gebruik te maken van een camera, een vergrotingsapparaateen contactraam of door plakrasters. Gebruik van optische rasters in de camera is minder aan te bevelen in verband met de vrij moeilijke berekening van de rasterpunten en de onzekerheid in de opname waardoor men de nuances niet altijd voldoende in de hana heeft. Om dezelfde reden zal men een dekking van 50,' bij een puntraster zoveel mogelijk vermij- den, want door de mogelijkheid van plaatselijke sluiting kan brokkeligheid van punten ontstaan, waardoor het beeld wolkerig wordt. Deze moeilijkheden worden gaheel voorkomen door gebruik te maken van een lijnrasterwaarmede zonder bijzondere moeilijkheden een egale dekking van 50/o is te bereiken. Gekruiste lijnrasters kunnen een dekking geven van 75/'°» tarwijl een derge- lijk raster bij terugc ontac ten een dekking kan geven van 25,Op deze wijze wordt een klaurtrap verkregen met rüstige tinten en voldoende onderling on- derscheid. dl men het aantal kleurtrappen met enkele vergroten, dan kan worden uitgegaan van een contactrasteropgebouwd uit punten. Het verdient aanbeveling het aantal nuances in een kleur bij gebruikmaken van rasters niet groter te kiezen dan vijf, om het onderscheid tussen de diverse nuances vol doende tot uitdrukking te laten komen. -dl men het aantal nuances vergroten, dan kan dit doelmatiger geschieden door het toepassen van een grijze kracht- toon of door het gebruik van dekwit. Ook is het mogelijk om door het gebruik van bijzondere rastervormen het aantal mogelijkhoden nog vorder uit te brei- den. Het fotografisch rasteren kan geschieden docr de niet te rasteren delen af te dekken (maskeren). Dit systeem is aangewezen bij gebruik van camera-of vergrotingsapparaat. Ook de te rasteren delen kunnen worden gemaskerd^ dit systeem is gvschikt voor de toepassing in contactramen. Het maskeren kan ook geschieden door gebruik te maken van het peel-coat-systeem. Ook kan afdekken geschieden op de drukplaat voor het etsen. Voor het pasleggen kan gebruik worden gemaakt van paskruisen of ponsgaten. Omkeren van stukken, die voor een bepaalde bewerking verkeerd staan, kan geschieden in de camera met be- hulp van een optisch omkeer-systeem, het toepassen van tussenkopieen. op as- tralon of door middel van zeer dünne film. 4 Kaartschrif t Naast de rasters (die als Symbolen fungeren) is het kaartschrift als een van de belangrijkste elementan van de kaartinhoud te beschouwen. Men maakt onderscheid tussen de techniek van het samensteilen van kaartschrift en het plaatsen van de namen en getallen in de kaart. Reeds lang bestaat de tendens tot vareenvoudiging van het schrift op kaarten in de grotere schalen. Dit betekent dat het Romein- en het Rondschrift steeds minder worden gebruikt 14 - 23

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kaartbulletin | 1967 | | pagina 25