gebrok aan aan goede kaart, aan da officieren van ds Generale Stafopge- richt in 1814, opgedragen metingon an verkenningen uit ta voeren teneindo aan de beho'efte aan een uitvoerige topograf i'sche kaart van ons land te vol- doen. Dezo raoest niet alleen de belangrijkste terrainvoorwerpen geven» ook de aardgsstaldheid an pLatengrooi van de bodem, de verschillende land- on waterwegon, de hellingen van hat terra in enz. moesten er nauwkeurig op wor den aangegeven. In 1839 waren Noord-Brabant en het noordelijk dael van Lira burg op de schaal 1:25.000 in kaart gebracht. Koning Willem II was over hat werk zo tevreden, dat hij opdracht gaf hot werk tot ovar het gohele land voort te zotten. Do minuton, op de schaal 1:25.000, werden bij het Topogra- fisch Bureau, sedert 1868 Topografische Inrichting gaheten (zio Kaartbullo- tin No.10, 1966, blz26 vootnoot), op schaal 1:50.000 in staen gcgraveerd on daar ook gedrukt. Za kreog de titol: Topografische an Militaira JCaart^ van hot Koninkri.ik der NederlandenDe v;rkenning duurda tot 185&» in 1864 was de kaart geraed» eorst alleon in zwart godrukt, werd ze van 1885 af in kleuren uitgovoerd. Aan dit laatste is voor altijd de naam van Eckstein (1878-1908) v~rbonden G .A.Eckstein l) was die jaron directeur van de Topo graf ische Inrichting. Op de manier waarop de kaart werd samongosteld zullen wo hier niot ingaan, daar die m-thodo tot hot verledon behoort (2). Do meet- kundige grondslag van de kaart vormde de driehoeksmeting van Krayonhoff 5 de kaartprojectie was die van Bonne. De bladvordeling gaat uit van het principe, dat Amsterdam, de hoofdstad das lands, ongeveor in het middon van een dar bladen zou körnen to liggen. Het aantal bladen bedraagt 62 mot oon kaartspiegol van 80x50 cm. 31k blad bestaat uit een westelijk en een oostelijk blad. acht van de 62 bladen zijn halve bladen, 40x50 cm. Aan de kaart zijn nog vier bladen toagavoegd, oon voor de titel, een voor de verklaring van de 'aangenomen teekens', een voor hot driehoeksnet (3) an een als verzamelingsblad Toen. in 1864 de kaart 1:50.000, ook wel staf kaart goheten, voltooid was, werd besloten de kaartbladen van de tarreinen, waarin vordedigingswerken waren gelegen, te herzien en op de schaal 1:25.000 te reproduceren. Uit deze z.g. strookkaartenis de Chromo-Topographische kaart 1:25.000. zoals deze toen genoemd ward, voortgekomen. Het samenstellen van de kaart gaschiedde op dezelfde wijze als bij de 1:50.000 kaart. Het aantal bladen bedraagt 776 met een kaartspiegel van 40x25 cm. Da beide kaarten, oorspronkelijk uitsluitend bestemd voor oorlogsgabruik werden tot 1887 streng geheim gehouden. Na dit jaar verscheen naast de mi- litaire een civielo uitgave. Op deze laatste werden da terrainvoorwerpen van strikt militair belang weggelaten en vervangen door een fantasiatekening. Omstraaks 1962 is de inhoud van beide uitgaven dezelfde. Maar naast het geografische not bezit de militairo uitgave het U.T.M.—vierkantennot (zi^ V.3.d. aantekening 2), de civielo dat van de Rijksdriehoeksmeting in de storeografische projcctie. l) Ondor leiding van Tckstein is in de jaren 1898 - 1907 bij de Topvigra- phischo Inrichting to 's-Gravenhage o.a. gcreproduceerd in 16 bladon de 'Atlas van Noderlandsch Oost-Indie samengestold bij het Topographisch Bureau te Batavia 1897 - 1904' (omgowerkte uitgave van den Atlas van J.W. StemfocJrt en J.J. ten Siethoff). 15 29

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kaartbulletin | 1967 | | pagina 31