V.4.3. Eerste herziening 1871-1908
In 1871 werd reeds met een herziening van de Rivierkaart begonnen.
De kaart van 1830-1864 vertoonde in de praktijk te veel leemten,
terwijl de vele veranderingen, welke de rivieren in de loop der
jaren hadden ondergaan, zowel door natuurkrachten als door de mens,
o.a. normaliseren, een herziening nodig maakten. Ook nu weer diende
de triangulatie van Krayenhoff als meetkundige grondslag en werden
de kaarten in dezelfde projectie getekend als die van de vorige
uitgave. Op elk blad is het driehoeksnet getekend en is.behalve de
verklaring van tekens en cijfers,een opgave overgenomen van de
uitkomsten van de triangulatie, n.l. de grootte van de hoeken en de
lengte van de driehoekszijdep. De schaal van de kaart is wederom
1: 10 000, de steengravures werden uitgevoerd door het Topographisch
Bureau. Het kaartwerk is onderverdeeld in zeyen series en telt
ditmaal 125 bladen; het was in 1908 voltooid. Een bladverdeling
verscheen in 1888, op de schaal 1:200 000.
Wat de bewerking van de kaart betreft, ditinaal werden uitvoerige
voorschriften gegeven van de hand van de waiefstaatsingenieur J.W.
WeIckerHe.t aantal gegevens, voor het rivierbeheer van belang,
werd aanzienlijk uitgebreid. Het binnendijks gelegen gebied werd
wederom van de kadastrale plans overgenomen, deze keer tot een
breedte van 500 m van uit de bandijken. Buitendijks daarentegen
werd nu alles opgenomen, wat maar van enige betekenis voor een goed
rivierbeheer kon zijn: o.a. kaden, oevers, oeverwerken, wegen,
bruggen, waterleidingen, sluizen, steenovens en kolken, peilmerk-
stenen, peilschrijvers(zie de reproductie van een deel van het
blad 15 Geysteren van 1901 in 'RJeetkundige Dienst tegenover
blz101.).
Evenals op de eerste uitgave is ook op de Herziene Rivierkaart,
zoals de kaart van 1871-1908 officieel genoemd wordt, de oeverlijn
bij middelbare rivierstand getekend. Peilingen in de kilometer-
raaien en in tussenraaien op onderlinge afstgnd van 125 m werden
verricht en de resultaten verzameld in de 'GegeVens betrekkelijk
de Herziene Rivierkaart'. Dieptelijnen met voldoende näuwkeurigheid
konden daardoor getekend worden, die van 15, 25, 35, 55, 80, 115
en 155 dm, terwijl het 'vaarwater' door een gebroken lijn is weer-
gegeven met daarin de 'diepte ter plaatse' in dm, om de 250 m
geplaatstDoor waterpassing bepaalde men de hoogten van de
belangrijkste punten op en tussen de bandijken gelegen. De rivier
is wit gelaten, de wateren binnendijks zijn alle van een filering
voorzien, terwijl van de wateren buitendijks de stilstaande door
een liggende rechte arcering en de stromende door een filering
zijn aangeduid. Zandbanken, platen, slikken, gorzen, schorren,
grienden enz. zijn door een zwart signatuur voorgesteldDe kaart
is geheel in zwart gedrukt
De nummering van de bladen komt niet geheel overeen met die van de
eerste uitgave; de begrenzing van de gebieden op de kaartbladen van
de beide kaartwerken is n.l. niet dezelfde; bovendien zijn er dit
maal, bphalve de rivieren van de uitgave Goudriaan-Van der Kun,
nog verscheidpne andere opgenomen (12) Bij elk blad is een af-
zonderlijk 'cahierverkrijgbaar gesteld, inhoudende de boven
reeds genoemde 'Gegevens betrekkelijk de Herziene Rivierkaart'.
Exemplaren van deze cahiers bevinden zieh o.a. in het archief
van de Meetkundige Dienst.
17 - 24