Dit astralon wordt verkleind en is meteen geschikt voor reproduktiel
De schets van de situatie wordt eveneens verkleind, doch daarna nog
gegraveerd. Men denkt door deze snelle werkwijze alle 74 bladen 1: 50.000
tussen 1970 en 1975 te kunnen maken, direct na het gereedkomen van alle
bladen 1: 25.000.
In de nieuwe uitvoering is de situatie thans als volgt:
1: 10.000 (448 bladen) - 164 gereed, waarvan 135 in 66n kleur
1: 15.000 (237 bladen) - 135 gereed
1: 25.000 (237 bladen) - 166 gereed, 22 voorzien voor 1968
1: 50.000 (74 bladen) - 0 gereed (alleen type R)
1:100.000 (24 bladen) - 0 gereed (alleen type R)
Andere werkzaamheden
Zoals gezegd is het M.G.I, een zeer veelomvattend Instituut; inen verricht
zelfs de gravimetrische onde^zoekingen ten behoeve van wetenschap en
mijnbouw (o.a. olieopsporing) en men voert naast de produktie van "eigen"
kaarten nog kartografische opdrachten van andere overheidsinstanties uit.
Deze bijzondere opdrachten worden dan weer voor het zuivere teken- of
graveerwerk uitbesteed. Zelf graveert men sinds een jaar of vier.
Voor de talrijke thematische kaarten, o.a. bodemkaarten en in de Atlas
van Belgiö (oplage 1500 5000 ex. per blad) heeft men een standaard
kleurSchema ontworpen met 9 kleuren in 2 of 3 gradaties, waardoor 22
eenkleurige tinten, 214 tweevoudige en 864 bruikbare drievoudige tinten
ontstonden.
Voor gemeenten of aanleg van openbare werken vervaardigt men op aan-
vraag plans 1: 1000 of 1: 500 door vergroting van een op schaal 1: 5000
van de luchtfoto getekende kaartI
Taalkwestie
Na afloop van de (vlaamstalige) rondleiding ontspon zieh tijdens de
koffie ergens een geSprekje over de taalkwestie in het M.G.I. Daarbij bleek
dat de vlaamstaligen zieh in het (vanpuds franse) M.G.I. bedienen van
vertaalde franse vaktermen, zoals bijvoorbeeld: goed en siecht, voor bon
en mauvais (bij ons: leesbaar en spiegelbeeidig, of: recht en verkeerd)
Met de term totaalkleur" bedoelt men ons begrip eindcopie en zo zijn er
meer voorbeelden. Wanneer men nu onze tijdschriften leest treft men daarin
andere termen aan dan men zelf gebruikt en dit geeft reden tot misverstand.
Men zou over deze kwestie graag overleg plegen en tot eenheid willen komen.
(Misschien iets voor Kaartbulletin?)
Tot slot bedankte dr.ir. Koeman de heer Devos en de andere rondleiders
namens het bestuur van de Sectle. Hij hoopte dat men van Belgische zijde
niet tien jaar zou wachten met een tegenbezoek. (Feit is dat de Sectie
eerder bij het M.G.I. op bezoek was dan bij onze Topografische Dienst. Red.)
De Koninklijke Bibliotheek
In de majestueuze en moderne Kon. Bibliotheek Albert I had men de
manuscriptatlas van Christiaan sGrooten uit circa 1570 voor ons tevoorschijn
gehaald. Van deze grote handgeschilderde atlas zijn slechts twee exemplaren
17-7
i »-■» i
O rv